Kortbegrip der Romeinsche Geschiedenis in Themata, ten gebruike der Fransche Scholen. Door J. Glaser, Kostschoolhouder te Kampen. Te Zutphen, bij H.C.A. Thieme. 1823. In kl. 8vo. f :-55.
Het is goed, dat er voorraad en verscheidenheid is van Themaboeken, en wij prijzen het zeer, dat die boeken, vooral voor de hoogere klassen, op eene wijze worden ingerigt, welke het verstand van de leerlingen te gelijk met nuttige kundigheden verrijkt. Dat geschiedenis, en ook bijzonder de Romeinsche, tot dat oogmerk zeer geschikt is, behoeft wel geen betoog. Het komt er slechts op aan, dat die geschiedenis op een' duidelijken, onderhoudenden en waren trant geschreven zij. De vertalingsproeven van döring, voornamelijk het eerste deel, hebben veel nuts gedaan op de Latijnsche scholen, en doen het nog. Het werkje van den Heer glaser heeft daar wel eenige gelijkheid mede. Hetzelve zal dan ook, dit twijfelen wij niet, met genoegen ontvangen worden; en het is over het algemeen vrij van die gebreken, welke men dikwijls aantreft bij lieden, welke de oude Schrijvers niet in het oorspronkelijke kunnen lezen. De zucht, om duidelijk te willen zijn, doet hun somtijds eene onnaauwkeurigheid begaan, en nieuwerwetsch zijn, daar ze ouderwetsch moesten blijven. Zoo lezen wij b.v. bl. 117, dat Nero bij den verschrikkelijken brand van Rome de verzen van Homerus op den brand van Troje zong; daar het waarschijnlijk is, dat dit monster zijne eigene verzen opsneed: van Homerus ten minste is er van dien aard niets op Trojes brand.