De Ontdekkingsreis in de Zuidzee en naar de Behringstraat, gedaan in 1815-1818, onder bevel van Otto van Kotzebue, voor de Jeugd bewerkt, door C. Hildebrandt, en met eenige veranderingen in het Nederduitsch overgebragt door J. van Wijk, R.Z. Met Portretten. II Deeltjes. Te Koevorden, bij D.H. van der Scheer. In kl. 8vo. Te zamen 561 Bl. f 2-70.
Onze lezers kennen reeds de reis van kotzebue, uit ons verslag, daarvan gegeven in 1822, No. XV, en in 1823, No. II. Hildebrandt is op den inval gekomen, dezelve voor kinderen te bewerken, in den smaak van campe's Ontdckking van Amerika; en de met zoo veel lof bekende van wijk heeft het op zich genomen, die bewerking voor kinderen in een Nederlandsch gewaad te steken, zoodat, hetgeen dáár bepaaldelijk voor Duitschland geschikt was, nu, door hetgeen voor de Nederlandsche jeugd bevattelijk is, vervangen wordt, en ook in een Aanhangsel de Nederlandsche Reizigers rondom de Wereld, die in het oorspronkelijke vergeten waren, nevens de anderen vermeld worden. Men kan van de kunde des Schrijvers van het Aardrijkskundig Woordenboek wel verwachten, dat hij in de vertaling, vooral der eigennamen, geene misslagen begaan zal, gelijk wij die niet zelden elders hebben aangetroffen. Het spreekt van zelve, dat al het zuiver wetenschappelijke daaruit genomen, en alleen de reisgevallen, beschrijving van vreemde landen en volken en natuurvoortbrengselen, kortom het algemeen bevattelijke en onderhoudende voor kinderen (die dan toch iets van de Aardrijkskunde dienen te weten) daarin gelaten is. Echter wenschten wij wel, dat de toch niet zeer belangrijke reisavonturen en de invallen der kinderen een weinig bekort, en daarentegen van de landen, die kotzebue in zijne reis als bekend vooronderstelt en mogt vooronderstellen, doch die het aan kinderen zoo zeer niet zijn, b.v. Chili, Kamtschatka enz., iets meer gezegd ware, b.v. uit de voortreffelijke berigten van den Heer de chamisso, in het derde Deel des werks, die geenszins het onbelangrijkste