Over de Liefde, door Frederik Leopold, Grave van Stolberg. Uit het Hoogduitsch, door M.A. van Steenwijk, R.C. Pastoor van Zoetermeer en Zegwaart. Te Leyden, bij J.W. van Leeuwen. In gr. 8vo. 287 Bl. f 2-20.
Het is bekend, hoe deze Graaf de Protestantsche Kerk met die der Roomschgezinden heeft verwisseld, en, naar derzelver leuze: vrede, liefde en barmhartigheid, kan ons een godsdienstig boek van hem over de Liefde dan ook niet bevreemden. Dat intusschen hier zeer veel, 't geen zuiver en goed is, over de liefde tot God en den naasten gezegd wordt, spreekt wel van zelve; en wij gelooven gaarne, dat de Schrijver opregt is, en voor zichzelven die liefde wenscht te beoefenen. Er is, dunkt ons, zeer veel nog overig van 't geen den man van zijne vroegere Protestantsche opvoeding en waardige Protestantsche vrienden wel onvergetelijk wezen moet. Daaraan schrijven wij het dan ook toe, dat slechts hier en daar de Roomschgezinde zich wat al te duidelijk laat zien. Voor het overige herkent men den in 't godsdienstige hoogdweependen Schrijver duidelijk, en is het boek in het geheel meer met gevoel dan met gezond verstand geschreven. Een goed Bijbeluitlegger is de Graaf in de Roomsche kerk wél niet geworden, en hier en daar zal de lezer zeker met ons over zijne Schriftverklaring verbaasd staan. Dat hij van de onfeilbaarheid der Kerke een voorstander is, spreekt van zelve; en ook schijnt hem de echt Jezuitsche stelling niet vreemd, dat het doel de middelen heiligt; immers hij zegt, bladz. 111 (misschien, echter, meende hij het zoo erg niet): ‘Alle menschen, alle met verstand en wil begaafde wezens, hebben bij hunne daden een oogmerk. Hetzelve beslist over de waarde der daad.’ En dit was, zijns achtens, de bedoeling van Jezus, als Hij zegt: uw oog is het licht uws ligchaams, enz. Het is niet duidelijk, of wij de volgende schrandere opmerking, in eene