Wenk voor spilzieke huisvrouwen.
Een rijk Bankier te ***, wiens zaken in wanorde waren, ontdekte eindelijk aan eenen vriend de hem boven het hoofd hangende losbarsting eens onvermijdelijken bankeroets; terwijl hij hem de zware folianten zijner kantoorboeken voorleide, waaruit hij, nevens vele noodlottige verliezen, hem de, sinds de laatste jaren steeds toegenomene, zware uitgaven eener kostbare huishouding met de stukken trachtte aan te toonen. Kort daarna leide dezelfde vriend een morgenbezoek af bij de vrouw des huizes, algemeen als zeer verspillend bekend. Juist was zij bezig met in eenige sierlijke kleine boekjes te bladeren, en in een derzelven de belangrijke uitgaven voor het Bal, den vorigen dag gegeven, op te teekenen. ‘Ei, ei! zoo drok bezig, Mevrouw?’ riep hij haar bij het inkomen en hoffelijk begroeten toe. - ‘Men heeft ook zijne huishoudbibliotheek, gelijk gij ziet, Mijnheer; alleen, in vergelijking met die mijns mans, eenigzins in miniatuur.’ - ‘Dat zie ik, Mevrouw!’ hernam de bezoeker op een' stekeligen toon: ‘en thans kan ik mij den zeldzamen droom van Koning pharao verklaren. Deze kleine boekjes zijn de magere koeijen, die de vette koeijen op het kantoor van uwen echtgenoot hebben opgegeten!’