vereenigen met de zoodanigen, welke, in spitsvindige bespiegelingen verdiept, begrijpen, dat de geneeskunst naar zekere leerstelsels en fijn uitgedachte verdeelingen der ziekten moet beoefend worden. Nog minder behagen hem de met zoo veel ophef medegedeelde uitkomsten van nieuwe of als specifica aangeprezene geneesmiddelen. Even min schept hij behagen in de te groote schroomvalligheid van hen, die bij elk ziektetoeval een schrikbeeld vinden, voor elk verschijnsel een geneesmiddel voorschrijven, en het wegnemen der oorzaken uit het oog verliezen. Getrouwe en oordeelkundige waarneming, oplettendheid op de gestellen, het jaargetij, de heerschende ziektegesteldheid, de leefwijze, enz. op dat alles heeft hij zich bovenal toegelegd. Ziedaar, dachten wij, een Medicus, zoo als wij dien wenschen; een naauwkeurig waarnemer, afkeerig van nuttelooze bespiegeling; noch Systematicus, noch Dogmaticus, noch louter Empirist, maar getrouw aanhanger en beoefenaar eener Therapeutice rationalis.
Met gretigheid begaven wij ons aan de lectuur van een geschrift, dat door zulk eene inleiding geopend wordt. Dan, hoe groot was niet onze verwondering! Nergens vonden wij de daar opgegevene grondbeginselen toegepast; zoodat deze een zonderling contrast uitmaken met de praktijk des Schrijvers.
In de inleiding spreekt hij, gelijk wij zagen, van het raadplegen van de onderscheidene gestellen der lijders, het jaargetij, de heerschende ziektegesteldheid, de leefwijze, enz. Wij verwachtten derhalve eene beschrijving van de heerschende weêrs- en ziektegesteldheid, eene algemeene beschouwing van den loop der ziekte, naauwkeurige historiae morbi; doch zagen ons in onze verwachting bedrogen.
Een emeticum stibiatum, als het palladium voor elken door deze ziekte aangetasten lijder, aangeprezen, daarna kina met kamfer, - ziedaar de algemeene methode, op allen zonder onderscheid toegepast. 't Is mogelijk, dat gedurende de praktijk van den Heer van den bosch, in de steden, waar zijn Ed. de kunst heeft uitgeoefend,