Eerstelingen van F.C. Moesman. Te Utrecht, bij S. Alter. 1823. In gr. 8vo. 216 Bl. f 2-:
De Heer moesman noemt dit werkje eene verzameling zijner zwervende beuzelingen, die hij tot eigen vermaak en oefening vroeger of later ter neder schreef, en nu, met eenig opzien, en als Eerstelingen, die altijd verschooning verdienen, overgeeft aan het publiek. Hieruit vermoeden wij, dat de bescheiden, maar ons geheel onbekende man aan gezetten letterarbeid gewoon is, en daartoe geroepen. Intusschen, beuzelingen zijn deze zijne Eerstelingen, naar ons oordeel, niet. Wij ontvangen van hem, in proza en dichtmaat, vertaald en oorspronkelijk, hier een nuttig allerlei, dat men met genoegen lezen zal; wij althans bedanken den steller voor het ons geschonken nut en vermaak, en wachten van hem meer soortgelijke en, gelijk hij zelf dan hoopt, nog rijpere vruchten.