hetzelve besteed, kunnen ook alleen door zoodanigen beoordeeld worden, die met soortgelijken arbeid, door eigene ondervinding, volkomen bekend zijn. Gaarne beamen wij het gezegde van den kundigen Auteur in het begin zijner Voorrede: ‘dat eene verzameling van Tafels als deze, in een land, waar de veelvouden en onderverdeelingen der maten, gewigten en munten met het tientallige stelsel van tellen in het naauwste verband staan, bij voortduring even bruikbaar blijft, en dat zij gevolgelijk met het legio Herleidingstafels, hoe onontbeerlijk ook bij de aanvankelijke invoering van het nieuw Maten- en Gewigtenstelsel, geen gelijk lot te wachten heeft;’ doch wij gelooven tevens, dat de worsteling tusschen het legio Herleidingstafels en het algemeen uitsluitend gebruik der nieuwe Maten en Gewigten, bij de veelal opzettelijke onkunde en vooringenomenheid tegen hetzelve, nog langen tijd zal voortduren, en een werk, als dit, bij het aankomend geslacht, 't geen nu in de scholen met de decimale rekening wordt bekend gemaakt, eerst regt in zijne waarde zal gekend worden, vooral ook dan, als men het hout op juiste afmetingen van de el zal zagen, en de Amsterdamsche houtduim vergeten zijn. De Auteur heeft dit ook begrepen, en een dubbel nut aan zijn werk gegeven, door er Herleidingstafels bij te voegen. - Wij herhalen het, het boek is in zijne soort uitmuntend, en wij wenschen, dat een ruim vertier den kundigen Vervaardiger, die de uitvoering voor zijne rekening heeft genomen, eene genoegzame en bemoedigende belooning voor zijne aan hetzelve bestede vlijt moge doen vinden.