Marco Bozaris, Handhaver der Grieksche Onafhankelijkheid. Dichtstuk. Door Mr. J. van 's Gravenweert, Lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut, enz. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. 1824. In gr. 8vo. XII, 36 Bl. f 1-20.
Wij hebben dit dichtstuk met groot genoegen gelezen. Wij hebben er den verdienstelijken vertaler van homerus, den geoefenden, beschaafden verzenmaker en dichter in gevonden, die, met allerlei geleerdheid gevoed, de pen, zoo wel in onrijm als in gebonden rede, met luister weet te voeren. Hoe veel de heer van 's gravenweert, in een en ander opzigt, aan een onzer voornaamste zangers en geleerden, als meester of vriend, verschuldigd is, weten wij niet; maar aangenaam was het ons, den geheelen geest diens mans hier niet overgeërsd te zien. Onze dichter is, integendeel, een blijkbaar en groot voorstander van hetgeen men verlichte en liberale begrippen gewoon is te noemen, van den geest onzer eeuwe, in zoo ver deze zich door de verbazendste vorderingen, ontwikkelingen en naderingen tot de volmaaktheid, van het menschdom in het algemeen, onderscheidt. Zoo wel het proza-voorberigt, als de dichterlijke inleiding tot zijn wezenlijk onderwerp, getuigen hiervan. En, zullen wij ons gevoelen zeggen, dan schijnt hij de zaak, in het eerste, al vrij wat te overdrijven, ten aanzien der vergelijking althans; even of, bijna van adam's tijd af, alles had stilgestaan, en nu eerst schot had gekregen - de oude Grieken en Romeinen zelve, hoe voortresselijk ook, zouden, niet min dan de Sinezen, immer op dezelfde hoogte zijn gebleven. Wij bekennen niet regt te weten, welken zin wij hieraan moeten geven. Wij kennen eene eeuw van pericles, eene eeuw van augustus, de laatste inzonderheid met spoed tot die hoogte geklommen, en met even veel snelheids weêr gedaald. Zekerlijk, dat toppunt, door deze twee natiën bereikt, is, in sommige opzigten, het non plus ultra gebleven; gelijk bij de leerlingen van confucius, schoon nog altijd een magtig volk,
onverklaarbaar genoeg, doch zeker uit hoofde der omstandigheden, eene zelfde bereikte hoogte de vlugt van alle genie bepaalt. Wij voor ons gelooven, over het geheel, aan stilstand in de geschiedenis even min, als aan stilstand in