Belangrijk woord aan het letterlievend Publiek, ten bewijze dat men geen onbepaald vertrouwen in Recensiën stellen kan. Te Rotterdam, bij N. Cornel en J. Pippijn. 1823. In gr. 8vo. 47 Bl. f :-40.
Bij onze niet ongunstige aanmelding des Eijerkoeks van den Heer n. van der hulst, M.D., verzochten wij zijn Ed., zekere daar voorkomende som nog eens te herzien; meenende hem vooralsnog als Rekenmeester niet te durven aanprijzen. Zijn Ed. is wel zoo goed geweest, aan ons verzoek te voldoen; en nu blijkt het, dat de fout aan ons is, daar zijn Ed. 1/10 cent schreef, waar wij ½ lazen. Of ons exemplaar wat onduidelijk was, of hoe het bijgekomen is, weten wij niet; wij bekennen onze vergissing, en het rekenkundig talent van den Heer van der hulst is alzoo boven onze berisping. Dat ons doel zou geweest zijn, den man verdacht te maken, alsof hij geen recept schrijven kon, ontkennen wij grootelijks. Wij dachten, dat het eene eenvoudige vergissing was; en dit gaf ons aanleiding tot eene, zoo wij meenden, onschuldige aardigheid. Ten betooge van de door niemand betwijfelde waarheid, op den titel gemeld, schreef de Heer van der hulst nu de voor ons liggende 47 bladzijden, aan welke wij goeden aftrek wenschen. Maar, indien de man, in zijne qualiteit van Med. Doct., altijd zulke leelijke drankjes voorschrijft, als hij hier, als Schrijver, zonder noodzaak toedient, durven wij hem, in beiderlei opzigt, geen' grooten opgang spellen.