Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823

Zeldzaam veldprodukt.

Lodewijk de XIV hield revue over zijne Fransche en Zwitsersche gardes op het veld van Ouille. Een boer uit dat dorp, die erwten gezaaid had op een hem toebehoorend stuk lands, vond hetzelve dien dag bedekt door een bataljon

[p. 704]

Zwitsers, die zijne erwten vertraden. De boer, wien de nieuwsgierigheid, om den Koning te zien, derwaarts gelokt had, stond verbaasd, toen hij de vernieling zijner gezaaide erwten aanschouwde. Hij verzon eene list, om schavergoeding te erlangen, die hem gelukte. Zoo hard hij maar kon, begon hij te roepen: ‘Mirakel! mirakel!’ - ‘Wat schort u, goede vriend,’ vroeg hem een Officier, ‘met uw mirakel roepen?’ De boer, zonder hem te antwoorden, schreeuwde al voort. Dit kwam den Vorst ter ooren, die den boer voor zich deed komen, en zelf hem vroeg, waarom hij aldus mirakel riep. ‘Wel, Sire,’ zeide deze, ‘'t is omdat ik op dit stuk lands (hetzelve den Koning aanwijzende) erwten gezaaid heb, en er zijn Zwitsers opgekomen!’ - Deze snedige inval behaagde den Vorst dermate, dat hij den boer eene ruime schadeloosstelling verleende.