Jezuiten.
De Heer de brissac had, in den oorlog van 1741, een' Jezuit, als spion, willen doen ophangen. ‘Gij hebt wijs gehandeld,’ sprak de Koning tot hem, ‘met uwen Jezuit niet te doen ophangen: de Vaders zouden eenen brissac om hals gebragt hebben, al ware het ook in het vierde gelid!’