kenaar - niet van ganscher harte goedkeuren? Maar na de lezing gevoelen wij nog veel meer, dan zulk eene verwondering en algemeene goedkeuring. Het is wezenlijk eene schoone, belangrijke leerrede; het is niet slechts een woord op zijn' tijd, maar een woord vol kracht, en geschiktheid om de harten tot milddadige giften te bewegen. Het is met warmte en tevens met helderheid geschreven, sluitende met gepasten roem op den voorgang des Kerkeraads, om de gemeente en alle anderen als 't ware te dringen, niet slechts hoorders, beämers, toejuichers, maar ook daders des woords te zijn. De heer zimmerman was ons trouwens, ook uit eene vroeger uitgegevene leerrede, (om niets verders op te halen) als een bekwaam man en regt Christelijk prediker bekend; en hij bevestigt dien goeden dunk bij ons krachtig door dit stuk, waarin welligt enkele min gewone uitdrukkingen en dergelijke alleen stof tot berisping zouden opleveren, indien noch de haast, noch de buitengewone gemoedsgesteldheid en algeheele gelegenheid, bij de vervaardiging en uitgave, werden in aanmerking genomen.
Nu koope en leze elk deze predikatie, hetzij enkel om het genoegen der lecture, of tevens als eene kleine bijdrage tot het schoone werk van den herbouw des Luterschen tempels, of wel als eene bemoediging om zich veel belangrijker offer daarvoor te getroosten. Wij kunnen of willen derzelver inhoud hier niet uitschrijven; maar de tekst: De heerlijkheid van dit laatste huis zal grooter worden, dan die van het eerste geweest is, enz. haggai II:10, wordt niet van uitwendigen, maar van inwendigen luister verstaan (althans in de toepassing), als een bewijs van moed en volharding in het goede, en van algemeene Christelijke verdraagzaamheid en liefde, door welke zich onze tijd blijkbaar onderscheidt, en die voor het vervolg meer en meer goeds beloven. Het is dus geen ongepaste ophef en groote belofte, maar veeleer de schoonste aanmoediging zelve, om mede hand aan zulk een gebouw te slaan. Nu dan, zijn woord vinde ruimen ingang, en de vreesselijke ramp, welker ontzet-