Redevoering over het Staatswezen, den Akademischen Regtsleeraar, en de Regtsgeleerde Verdiensten van den overledenen Hoogleeraar A.J. Duymaer van Twist, uitgesproken den 9 Januarij 1821, door Mr. Seerp Gratama, Hoogleeraar in de Regtsgeleerdheid te Groningen, bij gelegenheid dat hij een' aanvang zoude maken met het vervolgen der Lessen van den gedachten Hoogleeraar over het Wetboek Napoleon. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1821. In gr. 8vo. IV en 36 Bl.
Deze Redevoering, niet in het Latijn gehouden, dewijl de Lessen over het Wetboek Napoleon, te Groningen, in de moedertaal gehouden worden, moet vooral worden beoordeeld naar de gelegenheid, bij welke dezelve is uitgesproken. Anders toch zoude op de houding, die eene Redevoering, en bepaaldelijk eene Lofrede, behoort te hebben, hier nog al wat zijn aan te merken, dat nu niet te pas komt, daar de Hoogleeraar dit opstel zelf veeleer voor eene Les dan Redevoering verklaart. Het is, in waarheid, eene Les, aangenaam voorgedragen, met geestdrift voor het behandelde onderwerp, en waaruit de Studenten in de Regtsgeleerdheid, die dezelve 's jaarlijks wel tweemalen aandachtig lezen mogen, en ook andere beoefenaren dier studie, belangrijk onderrigt ontvangen kunnen. Bijzonder zal wel altijd lezenswaardig geacht worden, wat bl. 21 env. gezegd wordt van de twee sekten, zoo het heet, in welke de beoefenaars van het Romeinsche Regt zijn te verdeelen. Dit geeft aanleiding ter juis-