Het zamenstel der Gewrichten beschouwd in deszelfs gezonden en ziekelijken toestand, gepaard met eene korte schets van die zoo belangrijke als veel voorkomende Gewrichtsziekte, Arthrocace genaamd, met de daartegen te pas komende aanwending van het gloeijend ijzer. Naar het Hoogduitsch van den Hoogleeraar J.N. Rust, te Berlijn. Te Amsterdam, bij L. van Es. In gr. 8vo. IV en 56 Bl.
De ontwrichting, door inwendige oorzaak, of ziekte en ontaarding van het gewricht of een der daartoe behoorende deelen, behoort onder de meest gewone ziekten van onzen tijd. De beroemde rust heeft daarover reeds voorlang een zeer lezenswaardig werk in 't licht gegeven, waarvan de verdienstelijke Amsterdamsche Heelmeester tim ons hier een kort verslag levert, echter het therretisch gedeelte alleen betreffende, voornamelijk om de gronden te ontwikkelen, waarop zijne aanwending van het brandijzer in deze kwaal steunt. Hetzelve moet als een doordringende prikkel en tevens als een afleidend middel werken, wanneer, het eerste of ontstekingstijdperk voorbij zijnde, er reeds werkelijk ontaarding in het gewricht plaats heeft. De voordeelen van dit brandmiddel boven de bijtmiddelen worden vervolgens opgegeven, alsmede de voorzorgen, welke men bij deze geneeswijze moet in acht nemen. Bij dit alles bepaalt zich de Schrijver niet tot de gewrichten in 't algenmeen, maar treedt ook in die bijzonderheden, welke deze ziekte in de verschillende gewrichten vertoont.
Het stukje wordt door eene belangrijke waarneming van den Nederlandschen verslaggever besloten, zoo als hij het ook door eene algemeene beschouwing der gewrichten in den gezonden en zieken staat opent. Hierbij heeft bij echter zijn onderwerp niet scherp in 't oog gehouden, maar zich wat veel aan geheel onnoodige afwijkingen schuldig gemaakt, b.v. over planten- en dierlijk leven, za-