ring, medegegeven op zijnen volgenden levensweg. Zij handelen over de bestemming des Jongelings in het algemeen, - de zorg voor het ligchaam en de gezondheid, - zelfkennis en zelfbeheersching, - vorming van een vast karakter, - het leven in de Maatschappij en in de Natuur, - Vriendschap, - het leven in God, en zijnen Goddelijken Zoon, - harmonische ontwikkeling der zielsvermogens, - de keuze des beroeps, - Vaderlandsliefde en Huisselijk Geluk. De Schrijver der Serena, ook door onze landgenooten met zoo veel goedkeuring ontvangen, gaf aan onderscheidene zijner kerkelijke redevoeringen nu dezen vorm, om den in den Godsdienst bevestigden mannelijken kweekeling, na zijne intrede in het burgerlijke leven, waardig en wijsselijk te leiden, gelijk hij in gezegde Serena godsdienstig gevormde Dochters ten waardigen leidsman was.
De Hoogeerw. clarisse vond ook dit werk zoo voortreffelijk, dat hij gaarne zijnen naam bij de uitgave leende, ten einde daardoor tevens den Vertaler, een nog bij ons Publiek ten eenemale onbekend Jongeling van goede vermogens, braaf gedrag en groote verwachting, bij dezen zijnen arbeid te kunnen inleiden en gunstig aanbevelen bij ons lezend Publiek. Intusschen kon de Hoogleeraar daarbij niet ontveinzen, dat hij wel iets meer van den Schrijver verlangd had, aangaande het kenmerkende der Evangelieleer, als eene leer voor zondige menschen, die schuldig voor God zijn, en tevens diep bedorven, en die om niet geregtvaardigd worden uit Zijne genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is; welk gebrek intusschen, nu eenmaal aangewezen, verder geen nadeel doen kan aan den (hier zich bevindenden) schat van wijze en heilzame lessen, voor welker mededeeling ieder welgezind Jongeling, - en welligt ook deze en die verleide, na door hem te regt gebragt te zijn, - naast God, den Schrijver bedanken zal.
Wij vereeren gaarne, met den Hoogleeraar, de edele gezindheid van den Jongeling, die aan de vertaling van een werk van zoo ernstigen aard de jeugdige vermogens en