de ligtzinnigheid, die hij (in Parijs) overal zag heerschen; hij gruwde er van, wanneer hij zag, hoe de zoogenaamde beschaafde lieden hunne echtelijke, kinderlijke en vriendschappelijke betrekkingen als met voeten traden, terwijl zij de hoogdravende woorden van eergevoel en teederheid onophoudelijk in den mond hadden; ook konde hij zich de schaamtelooze vermetelheid niet begrijpen, met welke hij hier de mannen hunne vrouwen zag verlaten, om zich in de armen van andere te werpen; terwijl het hem eindelijk geweldig tegen de borst stiet, als hij zag, dat de vrouwen hem bespotteden, wanneer hij haar op eene eerbiedige wijze naderde, en zelfs een paar van haar hem gezegd hadden, dat die oudvaderlijke gewoonte thans niet meer te pas kwam, en dat eene vrouw daarmede in het geheel niet gediend was. Een Fransch Markies, die door het zwaard van den Graaf zijn' lang verdienden dood vond, zou ons onwaarschijnlijk boos geteekend schijnen, bijaldien niet de koele moordenaar en dwingeland in onzen tijd, door den moord van den Hertog van enghien onder anderen, ons overtuigd had, dat de maatstaf van het waarschijnlijke, dien wij elders in het beschaafd Europa gebruiken, voor den Franschman niet berekend is. - Dit verhaal zal onze jeugd alzoo, door het aanlokkende der Fransche zeden, gewis niet bederven. Juist hadden wij in het oorspronkelijke de cronique galante, of liever scandaleuse, doorbladerd van den Markies de lauzun, met welker vertaling men ons almede bedreigt. Maar wee den Vertaler en den Uitgever, die onbeschaamd genoeg mogt zijn, dat schandstuk van Fransche ontucht op vaderlandschen bodem over te
planten!
Het derde verhaal is De zilveren Trommel genoemd, en is meer eene aardigheid. Het bevat de geschiedenis van het huwelijk van een' knappen, braven jongman, die de dochter van den rijken waard in de herberg bekwam, door middel van eene spookgeschiedenis, en die eenen ellendigen en leelijken apotheker op die wijze uit de baan kuikkerde.
Jacob thau, de Hofnar, is het onderhoudend en aandoenlijk verhaal van eenen armen jongeling, die zijne voor hem verlorene geliefde van den dood redt, en, na alles gedaan te hebben tot haar geluk, voor haar in den dood gaat.
Met dit weinige hehben wij deze verhalen genoegzaam doen kennen om den leeslust op te wekken, bij welks vol-