bekend, en, den Natuurlijken Godsdienst mede vooronderstellende, bepaalt het zich alleen tot den Geopenbaarden, en houdt geloofs- en zedeleer vereenigd. Voor het overige doet het den Godsdienst kennen, als hebbende den gezegendsten invloed, zoowel op het tegenwoordig als toekomend leven; en heeft ook deze Handleiding dat stelselmatig aanzien niet, hetwelk bij menig ander leerboek zoo weinig uitlokt. Wij gelooven gaarne, dat de steller zelf niet alleen, maar ook menig ander, naar dezen leidraad goed onderrigten kan. Evenwel, wij voor ons, die zoo menig leerboek beproefd hebben, stellen dit niet boven, maar nevens vele andere, reeds in gebruik, en meenen, dat ieder onderwijzer best doet, met zich niet aan een en hetzelfde boekje, en bij iederen leerling, te binden. De ondervinding leerde ons, dat men bij velen niet vooronderstellen kan, hetgene dit boekje vooronderstelt, en ook dáár, waar die vooronderstelling geldend is, doorgaans toch op het hier verzwegene terugwenken moet; hetgene vooral ten aanzien der Bijbelgeschiedenis, en om het eigen Bijbelonderzoek te bevorderen, zoowel als om het bevattelijke en bruikbare, wel eenige meerdere aanwijzing in het leerboekje zelf verlangen doet. Onder de nieuwere leerboekjes, die wij iederen leeraar verzoeken in te zien, en hetwelk, bij sommige leerlingen gebruikt, zeer goede diensten zal doen, tellen wij dit werkje voorzeker. Het heeft de volgende Hoofdstukken: 1.) Geopenbaarde Godsdienst in het gemeen; de Christelijke in het bijzonder. 2.) God. 3.) De Menschen. 4.) J.C., Gods Zoon, Mensch en onze Leeraar. 5.) Lotgevallen en hooge waardigheid van Jezus. 6.) De H. Geest. 7.) De Christelijke Godsdienstigheid in h t algemeen. 8.) De zedelijke verbetering. 9.) Een Christelijk deugdzaam leven. 10.)
Invloed van den Godsdienst op ons tijdelijk geluk. 11.) De Eeuwigheid. - Bij het opgeven der Hoofdstukken het boekje nog eens doorloopende, mogen wij het goede, dat wij van hetzelve zeiden, van heeler harte bevestigen.