Iets, over de heilzame uitwerking van het zeewater. Door Fk. Appel, Chirurgijn te Scheveningen.
Dat het zeewater in sommige gevallen, waarin andere geneesmiddelen, van welken aard ook, vruchteloos waren aangewend, het eenigst hulpmiddel was, zal ik door de volgende voorbeelden trachten te bewijzen.
Het eerste betreft F.A., die bijkans elf maanden aan alledaagsche, anderendaagsche en derdendaagsche koortsen laboreerde. Door gepaste koortsverdrijvende middelen werd hij van dezelve oogenschijnlijk hersteld; maar de gevolgen stonden voor hem zeer ongunstig, daar men bespeurde, dat er verstopping in de ingewanden plaats had, waarvan het gevolg eene algemeene waterzucht was, welke men door gepaste resolventia en diuretica trachtte te herstellen, doch vruchteloos. Gemelde F.A. nam zijne toevlugt tot het koude zeebad, 3 maal daags, gepaard met het inwendig gebruik van het zeewater, waarmede hij, eenige maanden volgehouden hebbende, van zijne ziekte is hersteld geworden, en thans eene volmaakte gezondheid geniet.
Het tweede was het 13 jarig zoontje van den Heer J.H., dat aan eene tinea capitis leed, aan welk gebrek hij van zijn 4de jaar af was onderworpen geweest. De vader liet niets onbeproefd, om, indien het mogelijk ware, zijn zoontje hersteld te zien van zoodanig ongemak; hebbende voorname Genees- en Heelkundigen alles aangewend, wat de kunst hun aan de hand gaf, zonder het gewenschte gevolg. Eindelijk nam de vader zijne toevlugt tot het zeebad, tevens met het drinken van zeewater. Er ontstond door deszelfs gebruik eene uitwaseming, die alle verbeelding te boven ging, en hij werd oogenschijnlijk erger; maar het bleek weldra, dat die uitwaseming nuttig was, en dat de scherpte der vochten, in zijn ligchaam huisvestende, door dit middel naar de huid werd gebragt, met dat gevolg, dat hij