Esther en Mordechai, of het Purim der Israëliten. Treurspel. Door Jz. de Jongh. Te Amsterdam, bij H. Moolenijzer. 1817. In kl. 8vo. 107 Bl. f :-12:
Ça ira! ca ira! Op die wijze moet men de Joden aanvatten! Men hervorme de Joodsche gebruiken; men doe het door een tooneelspel; zoo komen zij allengskens nader, en worden dan eindelijk van zelve, hetgeen Zendeling- en Bijbelgenootschap ook van hen maken wil. - Het is een oorspronkelijk denkbeeld; en deze oorspronkelijke eersteling, zoo als de Schrijver hem noemt, is voor de Mousjes goed genoeg. Hij begint, met wijze voorzigtigheid, van onderen af op. Het geldt, bij deze eerste proeve, nog maar eene kleinigheid. Evenwel hun vervaarlijk getier op het Hamansfeest is den Christenen in de huurt van hunne Synagogen lastig genoeg; maar als zij nu de groote gebeurtenis, over welke zij feestvieren, op het Theater, en nog al een weinig anders, dan in hunne heilige boeken, vertoond zien, zullen zij het Feest wel met bedaarder zinnen vieren, en wie weet wat niet al meer van de Christen-komedianten leeren!
Men vertoont hier eene en andere zaal in het paleis van den Perzischen Koning, en vindt er de Koningin nog al op eenen anderen voet, dan men zich dat zoo zou voorstellen; ook loopt Mordechai, in zijn rouwgewaad, zoo maar fami-