nen: maar omstandigheden in de politieke wereld deden hem dit werk staken. Nu oordeelde hij het tijd te zijn, om, door de uitgave van hetzelve in 't Nederduitsch, iets bij te dragen ter bevordering van godsdienstig belang. Wij erkennen in dit doen zijnen echt Protestantschen geest, en zeggen hem dank voor zijne vloeijende vertaling, die, benevens het belang der zaken, maakt, dat men het, ééns ter lezing opgevat hebbende, schier niet uit de handen leggen kan.
Een motto van luther, aan het hoofd van het werkje geplaatst, doet ons deszelfs geest genoegzaam kennen. Wij willen het vertaald mededeelen: ‘Ik wil vrij zijn, en mij door geene magtspreuken van Kerkvergadering, wereldlijke Magt, Akademie of Paus laten binden; maar vrijmoedig belijden, wat mij waarheid blijkt te zijn, het moge nu door eenen Orthodox of door eenen Heterodox beweerd, en door welke Kerkvergadering ook goedgekeurd of verworpen worden.’
De Schrijver geeft eerst op, den staat der Kerke, en de misbruiken in dezelve, benevens eene beknopte geschiedenis der Hervorming. De geschiedkundige aanwijzingen, welke, zonder belemmering van het vloeijende des stijls, niet wel ingevlochten konden worden, geeft hij telkens in eene noot. Dit is juist het schoone mede van dit geschrift, voor met bijzonderheden min bekende lezers. En waarlijk, thans, daar de beschouwing van het werk der Hervorming zoo aan de orde van den dag is, is eene wat nadere kennis dezer bijzonderheden, dan menig ook niet geheel onbedrevene bezit, wel noodig. Al verder wijst de Schrijver den vinger der Voorzienigheid in het werk der Hervorming, benevens het gewigt der gevolgen van hetzelve, aan; terwijl hij meteen de tegenwerpingen, die te dezen aanzien konden gemaakt worden, ontzenuwt. Eindelijk wordt opgegeven, hoe men de Hervorming te gebruiken hebbe, en wat er gedaan moet worden, om het door haar aangevangene te voltooijen. De Schrijver laat zich bij de-