nieuw-opgerigten leerstoel, als eene openbare inleiding tot de lessen mogen beschouwen, dan beveelt zich het onderwerp van van eck terstond door zijne eenvoudigheid aan. Ditzelfde passen wij, na de lectuur, zonder aarzelen, toe op de behandeling. De man, trouwens, is sedert lang bekend, als een waardig hoog- en volksleeraar, als een helderdenkend en welsprekend man, over wiens beroeping ook tot dezen nieuwen post niet ligt iemand ontevreden zal kunnen zijn. Het voorgesteld betoog wordt gebouwd op de innerlijke voortreffelijkheid der Nederlandsche Letterkunde, zoo van wege de taal zelve, als de voortbrengselen, daarin vervaardigd; op het gezag van aanzienlijke en beroemde mannen; op het groote nut, hetwelk zij aan alle geleerde standen in ons vaderland, ja aan alle Nederlanders aanbrengt. En vindt de redenaar hier stof, om zijne kennis, oordeel en smaak rijkelijk aan den dag te leggen. Bijna alwat bij ons heeft uitgemunt, wordt aangehaald, gemonsterd, en in vergelijking gebragt met voortreffelijke vreemden zoo wel, als in verband beschouwd met tijden en omstandigheden. In één woord, wij durven dit stuk aan elken liefhebber onzer fraaije taal- en letterkunde, ter lezing, aanbevelen. En, gelijk wij dit gaarne doen, zoo kunnen wij niet nalaten, onze spijt te kennen te geven, dat wij niet reeds vooraf gelegenheid hebben gehad, aan den schoonen stijl en bevalligen smaak des Utrechtschen hoogleeraars in hetzelfde vak onze hulde toe te brengen.