Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1818
(1818)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 385]
| |
terkundig Tijdschrift, kortelijk verslag gedaan van het eerste deel dezes Bijbelwerks, en hetzelve, naar verdienste, aangeprezen. Hier hebben wij voor ons liggen het overige gedeelte des O.V., en het eerste stuk van het derde deel over het N.V., behelzende de drie eerste Evangelisten. Voor het tweede deel is gevoegd een kort en zakelijk voorberigt, waarin en over de behoefte en over den aard van dit werk gehandeld wordt. Ook worden er van tijd tot tijd nog eenige bijvoegsels beloofd. In ons verslag van het eerste deel hebben wij onzen wensch geuit, dat, tot gemakkelijker gebruik van het werk, boven aan iedere bladzijde de Bijbelboeken en hoofdstukken geplaatst waren. Dit is ook in de onderhavige stukken geschied. Voorts is de inrigting dezelfde, en dus, naar ons inzien, volkomen goed te keuren. Wij hebben, derhalve, op nieuw de vlijt en de naauwkeurigheid des Schrijvers met veel genoegen bewonderd. Dat er, echter, met alle aangewende moeite, somtijds iets vergeten of overgeslagen is, bevreemdt ons in geenen deele. Zoo hebben wij, b.v., over het boek der Psalmen in 't algemeen, bladz. 44-46, onder de oudere Uitleggers, vooral gemist Paraphrasis in Psalmos, auctore M. Amycaldo, Salmurii, 1662. en naderhand Traj. 1769. 4to., en onder de nieuwere Psalmorum liber in versiculos metrice divisus, Fr. Hare. Lond. 1736. gr. 8vo., en Die Psalmen übersetzt von Mozes Mendelssohn, Berlin, 1783. kl. 8vo., welke wel verdienden bijzonder aangeduid te worden. Ook zouden wij gaarne melding hebben zien gemaakt van oan. Aug. Starckii prologus criticus in Psalmos, Regiom. et Lips. 1776, 1777. 2 partt. kl. 8vo.; eindelijk van Tituli Psalmorum, auctore M. Christoph. Sonntagio, Silus. 1687. 4to. en Guil. Irhovii conjectanea in Psalmorum titulos, L.B. 1728. 4to. Bij Psalm CXX-CXXXIV, bladz. 150, had ook melding gemaakt kunnen worden van Eberh. Tilingii disquisitio de ratione inscriptionis XV Psalmorum, cet. Brem. 1765. gr. 8vo. - Wij twijfelen niet, of de Schrijver zal wel, op | |
[pagina 386]
| |
verscheidene plaatsen, nog meerdere algemeene en bijzondere nalezingen vinden, belangrijk genoeg, om naderhand, bij zijne beloofde bijvoegselen, uitgegeven te worden. |
|