De belagchelijke Wedding, of de Profetesse van Delphos. Blijspel, met Zang. Door D.W. Stoopendaal. te Rotterdam, bij J. Hendriksen. 1817. In kl. 8vo. 107 Bl. f :-12-:
Wij weten waarlijk niets te zeggen, dat dit Blijspel aanprijst. Op eene boerenkermis zou echter de vertooning, misschien, nog eenig vermaak geven. Van het oogenblik af aan, dat de oude Dame Zeegewas ten tooneele komt, (en zij komt terstond) tot dat zij als lieve Tante aftreedt, is zij walgelijk. Wij kunnen evenwel niet zeggen, dat zij in geheel ongelijksoortig gezelschap is: want de invalide, haar bediende, is ook, uit- en inwendig, vrij afzigtelijk. De minnaar, die de weddenschap wint, vermomt zich, almede uiten inwendig, gedurig zóó, dat wij volstrekt niet weten, of er iets aan hem achting- en beminnenswaardig is. Het meisje kan goed zijn, en zal - ja, als eene jonge, bevallige Actrice voor haar optreedt - eenig belang inboezemen, maar vertoont zich hier weinig meer dan als een verliefd zottinnetje. Kortom: ‘niets van belang!’ is de aanhef van het stuk, en aan het slot was dit ook ons éénig gevoel; en niets gaf ons aanlelding tot eenigen lach, dan alleen de mislukking van het gelachwekkend doel, dat de titel scheen aan te duiden.