gen de Ridders der zeven Bergen; en een oorlog, tegen dezelve gevoerd, onder aanvoering van Graaf hartmann van ebrach, maakt den voornamen inhoud dezer geschiedenis uit, welke oorlog echter in naauw verband staat met bijzondere familie- en liefdesgevallen.
Hendrik van feldek is ondankbaar behandeld door den Roomschen Koning koenraad, die de belangen van zijnen vader, Keizer frederik II, en zijne eigene, strijdend moest verdedigen tegen willem van holland, die de Keizerskroon, hem door een klein getal ontevredene Vorsten aangeboden, had aangenomen. Hendrik had voor koenraad gevochten; maar de toegezégde belooning was achterwege gebleven. - Na den slag vindt hendrik den halfdooden otto van drachenfels, verbindt hem, en sluit met hem naauwe vriendschap. Otto's vader, welf, is een van de ouden van het verbond der zeven Bergen, en door hem komt hendrik op Drachenfels, en wordt lid van 't verbond, nadat beiden, te Aken in hunne herberg aan 't venster staande, in eene andere, daartegen over, elizabeth van ebrach met haren vader hartmann gezien hadden, op welke otto reeds verliefd was, en hendrik het werd. Maar otto staat haar naderhand grootmoedig aan hendrik af.
Deze hendrik, ondertusschen, niet beter wetende of hij was de zoon van eenen armen boer, is eigenlijk de zoon van hartmann van ebrach uit een eerst huwelijk, op aandrang van eene tweede vrouw, moeder van elizabeth, verwijderd, en zijnde dus in handen van dien boer gekomen. Het plan van den Graaf was eerst geweest om Hendrik te laten vermoorden; maar ten laatste had de wapendrager vrijheid gekregen, hem in leven te laten, mits dat hij hem aan Italiaansche kooplieden zoude overgeven, die hem mede uit Duitschland zouden nemen. Zij nu, die er van weten, dat deze hendrik de zoon van hartmann is, doen ook door allerlei kunstgrepen hun best, om hem uit Duitschland te krijgen, hetwelk echter niet gelukken wil. Bij deze gelegenheid komen er nog al akelige situaties voor.
Otto en hendrik komen nu en dan op Ebrach, waar Graaf hartmann eene zuster, grimhilde genaamd, bij zich heest wonen. Deze grimhilde is een afschuwelijk karakter, die den Maarschalk met hare liefde zoo wat