jelijk, volbragte verlossing. - 4o. Verslag van eene zeer aanmerkelijk vastgegroeide liesbreuk, door de operatie hersteld; door h.j. van mens. Deze belangrijke, welbeschrevene waarneming strekt tot een nieuw bewijs van de weldadige hulprijkheid der kunst, ook in zulke gevallen, waar de uitslag meer dan twijfelachtig is. De lijderes was eene vrouw van jaren, de breuk vrij oud, de aanhechting van den uitgezakten darm aan den breukzak en aan den geheelen liesring aanmerkelijk, er waren vrij sterke sporen van vuur, en echter werd, door eene doelmatige, vooral versterkende behandeling, in weerwil zelfs van zware, bijkomende toevallen, de lijderes gered. - 5o. Eene zeer opmerkelijke mededeeling van
wijlen den kundigen Schoonhovenschen Geneesheer keuchenius, over de weldadige werking der ipecacuanha, in kleine giften, in de ziekelijke braking, na het gebruik van spijze. De Schrijver gaf dezen wortel, tot 1 of 1½ gr. 's daags, en herhaalde malen, met het gelukkigst gevolg. Hij verzekert, van deze geneeswijze geene melding gevonden te hebben, dan in j. frank's Act. Instit. Clin. Viln. Ook wij vonden die werking van den braakwortel vermeld, noch bij de door keuchenius aangehaalde Schrijvers, noch bij hecker, jahn of sprengel. Maar bij rutty (Materia medica antiqua et nova, Londin. et Roterod. 1775. 4o. pag. 250.) vinden wij, dat de ipecacuanha, door haar zamentrekkend vermogen, de maag en ingewanden versterkt, en derzelver veerkracht herstelt; en nog bepaalder bij voigtel, (Vollständiges System der Arzneymittellehre, Leipzig, 1817. 8vo. II B. 2 Abth. pag. 184.) dat onderscheidene Geneesheeren dezelve, op de door den Schrijver opgegevene wijze, met vrucht gebruikt hebben in krampachtig braken, met hardnekkige verstoppingen gepaard gaande, ook zelfs in klisteren. Nu meent Rec. te hebben opgemerkt, dat zulke braking, als de Schrijver bedoelt, meest met verstopping gepaard gaat. Zoodat dit geneesmiddel daaruit blijkt, meer in dergelijke kwaal gebruikt geweest te