Anekdote van Lodewijk den XV.
De Graaf van charolois, een der Prinsen van den bloede onder de regering van lodewijk den XV, was berucht wegens de woestheid zijner manieren, die zoo verre ging, dat hij, om allerlei beuzelachtige redenen, het leven van verscheidene zijner huisselijke bedienden opofferde, waarvoor hij toch telkens vergiffenis verwierf van den Koning, aan wien hij gewoon was de zaak als het uitwerksel van een toeval voor te stellen. Lodewijk, eindelijk met reden vertoornd over de gedurige herhaling van zijne aanvragen om vergiffenis, schonk die nogmaals; maar vergezelde die gunst met de woorden: ‘Hier is de brief van pardon; maar wees verzekerd, dat ik eenen dergelijken gereed heb, voor wien ook, die u den hals zal breken!’ De Prins gevoelde de volle kracht van dit gezegde, en de gedurige herinnering daaraan bleek bij de uitkomst een krachtige teugel te zijn voor zijne geweldige driften.