ving in 't geheel niet: want wij zien niets van een' toestel, geschikt ter verlichting eener geheele zaal, nog minder van een gebouw, of althans van verscheidene vertrekken. Ook vatten wij niet, hoe het ter verwarming van meer dan ééne kamer dienen kan. De Vertaler had dus wel, voordat hij dit schoone stuk ter perse gaf, zelf mogen beproeven, wat er van ware; dan zoude hij zeker bevonden hebben, dat de geheele uitvinding zelss geen houtsneê almanaksplaatje waard was.