handeld worden, dat de azijn hier ook als zoodanig werkt, en dat hij deze werking met andere zuren, en zelfs met andere bedarende middelen, gemeen heeft; hetwelk dan met verscheidene voorbeelden, waaronder ook een uit des schrijvers rijke ervaring, wordt aangetoond.
Wij laten het gevoelen van den Hoogl. parrot daar. Geen geneesheer, en dus niet gewoon zijnde aan het ziekbed waar te nemen, kan men zijn getuigenis, in zulk een teeder punt, met regt wraken. Doch men moet hem ook niet anders laten spreken, dan hij werkelijk gesproken heeft, of meer in zijne woorden zoeken, dan er in ligt. Eene al te overvloedige afscheiding van gal, welke dan ligtelijk bedorven is, of bedorven worden kan, is nog geen rotkoorts. Zeker heeft parrot onregt, door een' verkeerden leefregel, ten aanzien van het voedsel, als de voornaamste aanleidende oorzaak aan te merken: maar had evenwel die oorzaak geen plaats gehad, en kon zij niet veel toebrengen tot den doorloop, welken parrot bij de ziekte waarnam, en die er toch geen onafscheidelijk toeval van is? Daarenboven, hoe naauw verwant zijn het galachtig en ontstekingachtig karakter der ziekten! Hoe ligt ontstaat er eene kleine ontsteking in de lever, en daardoor vermeerderde afscheiding van gal; en vooral, hoe ligt wordt dit ingewand aangedaan, als de hersenen hevig lijden! Ons komt dus voor, dat in den typhus zeer wel ophooping en bederf van de gal kan plaats hebben, zonder dat daarom de typhus zijnen ontstekingachtigen aard behoeft af te leggen, of een' rotachtigen aan te nemen.
Vooral zijn de bewijzen zwak, waarop de geleerde schrijver de ontstekingwerende kracht van den azijn vestigt. Zelfs de aangehaalde schrijvers zijn, over het algemeen, dit gevoelen niet gunstig. Boerhaave kende geen beter zweetmiddel, en beschouwde het als krampstillend. Justus arnemann, als zamentrekkend, zacht prikkelend, en vele afscheidingen vermeerderend. A. ypey, als geschikt in asthenische ontstekingen. En buitendien, al geven wij toe, dat de azijn en andere zu-