Proeve van teregtwijzing, bij gelegenheid der weigering van den Eed, door sommige Magistraatspersonen, in de zuidelijke Provinciën, van het Koningrijk der Nederlanden. Te Groningen, bij W. Wouters. 1817. In gr. 8vo. 72 Bl. f :-11-:
Zonderling was voorzeker het verschijnsel, te zien, dat sommige Magistraatsperfonen der zuidelijke Provinciën weigerden, aan de oproeping van onzen geëerbiedigden Koning te voldoen, om getrouwheid aan Denzelven, en het nakomen en handhaven der Grondwet, te zweren, daar zij zich toch aan die verpligting reeds onderworpen hadden, door, sedert de invoering der Grondwet, regterlijke functiën te aanvaarden of te behouden. De oorzaken dezer weigering op te sporen, zoude tot onaangename en hatelijke ontdekkingen aanleiding geven. Gelooven wij liever, dat dezelve wezenlijk uit een gemoedelijk bezwaar, verkeerde begrippen en misleidende raadgevingen ontsproot. Hun, welke nog in dezen nevel wandelen - welker getal, zoo wij hopen, niet groot meer is - zij het voor ons liggend boekje ernstig aanbevolen, hetwelk met een helder doorzigt, met warme vaderlandsliefde, en in