andering, dat hij voor elk oog een' afzonderlijken neemt, en dat hij, ter bevestiging van den oogbol, ringen gebruikt, van verschillenden diameter, naar mate van de bolheid van het oog. Door deze inrigting is hij zeker van de snede; dezelve geschiedt snel, en zonder het hoornvlies te rekken of te scheuren. Hij behoeft dus niet te vreezen voor een likteeken, waarbij de doorschijnendheid van het hoornvlies verloren gaat. Om den doorgang van de kristal-lens door den regenboog gemakkelijk te maken, verwijdert hij denzelven, onmiddellijk na de doorsnijding, waartoe hij de kunstbewerking altijd in een vertrek verrigt, waar men het licht kan afsluiten. Op deze wijze is hem, van zeven maal, de operatie slechts ééns mislukt, door eene bijkomende venerische oogontsteking. Deze gelukkige uitslag pleit ook zeer voor deze manier, en de Schrijver weêrlegt de bedenkingen, welke men hem tegen den snepper maken kan, te wél, dan dat dit zijne kunstgenooten zoude afschrikken om hem na te volgen. De afbeelding van het werktuig, met de oordeelkundige verbetering des Schrijvers, vindt men op de tweede plaat.
In het derde hoofdstuk deelt ons de Lector eenige waarnemingen over de afzetting der ledematen mede. Te regt merkt hij aan, dat het moeijelijkste bij deze geheele kunstbewerking is, te bepalen, of dezelve wezenlijk noodzakelijk zij. In het bijzonder dringt hij er hier op aan, om haar niet te lang uit te stellen, hetgeen wel eens gebeurt, op grond, dat men zeer sterke ontaardingen van het been of van de zachte deelen door de natuur weder heeft zien te regt brengen; dewijl die gevallen zeldzaam zijn, en vertraging hier niet zelden groot gevaar aanbrengt. - Bij gelegenheid der afzetting van een been, waarvan het kuitbeen, in vroeger jaren, door den beroemden mulder geëxtirpeerd werd, verklaart hij zich voor die operatie niet zeer gunstig; meenende, dat men bij dezelve te veel op de krachten der natuur rekent, en vooral, dat men zijn doel mist, ten minste bij de extirpatie