De Denkvriend. Een Leesboek, voor de Stad- en Landjeugd. (Uit het Hoogduitsch vertaald.) Te Groningen, bij J. Oomkens. 1816. In kl. 8vo. 79 Bl. f :-4-:
Dit boekje, dat zich door den goedkoopen prijs ook bijzonder aanbeveelt, draagt den juisten titel; het oefent het denkvermogen aanhoudend, en deelt dan tevens (vooral wanneer de bekwame opvoeder door mondeling onderrigt in denzelfden geest er het zijne bijdoet) een' overvloed van nuttige kundigheden mede; terwijl het overal voor de jeugd zeer onderhoudend is. Zoo iets moesten wij ook wachten van eenen gutsmuths, eenen Medeonderwijzer bij het Instituut van salzmann. Het handelt over de meest gewone, ons omringende, voorwerpen en betrekkingen. En daar wij het volkomen eens zijn met zerrenner's gezegde, dat wij hier tot motto vinden: ‘Het strekt eenen Landschoolonderwijzer geenszins tot oneer, indien hij niet weet, waar de golf van Mexico is; maar wel, als hij geene haver van gerst weet te onderscheiden;’ en met den Vertaler ook menigmaal vroegen: ‘Waarom leert men den kinderen niet eerst het huis of de school, en hetgeen daarin voorhanden is, kennen, eer men dezelve met hunne gedachten naar buiten leidt? - Waarom leert men den kinderen niet eerst hunne eigene woonplaats kennen, eer men zich met dezelve naar naburige steden en dorpen begeeft?’ enz. ‘Klinkt het niet vreemd, dat men de kinderen wijd en breed over den porseleinen toren in China onderhoudt en de menigte klokjes, waarmede dezelve omhangen is, zonder dat men nog immer op de gedachte gekomen is, zijn' eigen' dorptoren met oplettendheid te beschouwen? Of dat men hen met hunne gedachten over eene zeer groote zee voert, aldaar met hen den hoogsten berg der aarde beklimt, en den molhoop op zijnen eigen' akker vergeet,’ enz. - daar wij het hiermede volkomen eens zijn, kunnen wij niet anders dan dit boekje de aandacht der onderwijzers ten sterkste aanbevelen. De vertaling verraadt wat al te zeer den Duitschen oorsprong. - Wij
vatten niet, waarom bl. 14, 15 en 16 bij herhaling Minerialen geschreven wordt, hoezeer bij de opgave van den inhoud het Mineraal- of Delfstoffelijk rijk gemeld wordt. Ook zegt bl. 15 en 16 juist het tegendeel van hetgeen de meening is: ‘Door dit een en ander onderscheiden zich de planten van de minerialen en dieren: van de laatsten ook nog daardoor, dat zij zich naar eigene willekeur bewegen en van plaats veranderen kunnen.’ Op deze, en soortgelijke, misstellingen mag men bij een' herdruk oplettend zijn.
In het Meng. van No. XI, bl. 513, reg. 8, staat ido-electrische, lees ideo-electrische.