ben ontrukt aan de liefde van den grond, waar hij de beste jaren zijns levens sleet. Het is treffend, een' van der kemp te hooren juichen over de herstelling van het Oranjehuis, te hooren uitweiden over deszelfs verdiensten jegens dit land, te hooren spreken over de oude scheuringen en wonden, elkander toegebragt, tot algemeen verderf - maar nu genezen en verzoend, boven alle gedachte. Hij, die aan gene zijde des grooten Oceaans voor en onder Republikeinen het woord voerde, kan althans van geene kwade trouw, geene vleijerij worden verdacht gehouden.
Doch, zouden 's mans toehoorders, op zoo grooten afstand van ons en het tooneel der gebeurtenissen levende, een genoegzaam denkbeeld van de zaak verkrijgen; zouden ze de Hollanders, hunne gewoonten, hunne vrijheidsmin, hunne ongelukken naar eisch kennen; zouden ze hunne verlossing regt van harte vieren - dan moest de Redenaar geene jaren, maar eeuwen terugtreden, en een volkomen overzigt onzer geschiedenis leveren. Dit heeft hij dan ook gedaan, en op eene zeer verdienstelijke wijze volvoerd. Beginnende met de vroegste eeuwen, ontleent hij uit zijne ruime en volledige kennis onzer historie de trekken, die dit land, in onderscheidene tijdperken, doen kennen - als het tooneel van edele deugden, van gelukkig bekroonden ijver, van moedige worstelingen voor de vrijheid, van rampzalige uitkomsten bij verdeeldheid en naijver, heerschzuchtige Vorsten en gebrekkige staatsregelingen, gelijk van eindelijke, moedige afschudding des dwangjuks, door verraad op de schouderen gedrukt. Men mag zeg en: de Grijsaard weent bij de gedachte aan de rampen, door ons geleden; hij roept alle de krachten zijner welsprekendheid te hulp, om ze zijnen tegenwoordigen landgenooten te doen gevoelen. Desniettemin zegt onze gewaarwording: hij heeft ze niet mede beproesd - hij heeft geen volkomen denkbeeld van dezelven. De honderd beste huizen, in Koning lodewijk's tijd te Utrecht gevorderd ter herberging van krijgsbevelhebbers, schijnt ons overdrijving. Maar, van honderdduizend monden, door de enkele pennestreek der inlijving en gevolgelijk volstrekte sluiting der zee, vernietiging van den tabakshandel, en weinig minder dan vernietiging van 's lands renten, gesloten, had hij gerustelijk kunnen spreken. De vordering tot den krijgsdienst van weezen en armen, door den Koning, mogt hard zijn - die van de allereerste