Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816(1816)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De groote deserteur. Eene Vertelling, op eene voor echt opgegevene Anecdote gegrond. Toen bonaparte uit Moskow toog, Of, juist gezegd, te viervoet vloog, Om de eerste te Parijs het nieuwtje te vertellen, Hoe de Overwinning, die hem plagt vooruit te snellen, Hem ditmaal, spoedig, volgen zou, Was hij zóó toegestopt, (doch enkel voor de koû!) Dat niemand schier den Keizer kon herkennen; [pagina 49] [p. 49] En dat hij zoo verkoos te rennen, Was niet uit vrees, maar louter ongeduld. Hij had, uit zedigheid, geen slede, fraai verguld, Maar slechts een voertuig zich verkozen, Waarover zelss een boer zou blozen; 't Had van een zwijnstrog wel het meest, En 't droeg nu desgelijks, schoon een veel grooter beest. Dus uitgerust, bereikt hij de oevers van den Niemen: Daar stond een Tollenaar, als aan de brug bij Diemen; Maar deze was een Jood, die, sluw en bij de hand, Gelijk dat volkje nóg zich toont in allen land, Den Keizer straks herkent, maar niets daarvan laat blijken. De Troggemajesteit, na schuw rondomme kijken, Vroeg den Israëliet, of hier Ook reeds veel Deserteurs passeerden de rivier? - Wat Deserteurs betreft, zoo kan ik u verklaren, (Dus sprak de schalksche Jood, Terwijl hij nap een snuifje bood) Dat gij nog de eerste zijt, dien wij hier overvaren! IJ. Vorige Volgende