Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816

Zedelijke Verhalen voor de Jeugd. Uit het Hoogduitsch van K.F. Lossius, Schrijver van Gumal en Lina. Te Amsterdam, bij van Vliet en van der Hey. 1816. In kl. 8vo. 142 Bl. f 1-5-:

Van eenen Schrijver als lossius weet men vooraf, dat men niets dan goeds verwachten kan, en wij durven gerust zeggen, dat de jeugd bij het lezen van dit boekje geene andere spijt zal hebben, dan dat de verhalen zoo kort en zoo weinige zijn. 1. De oude Vriendschap. (Hoe verheugt zich de jeugdige lezer, dat john swith tot zoo groote fortuin kwam, en zijnen vroegen, braven schoolmakker niet vergeet, maar nu ook gelukkig maakt!) 2. De Jood en de Christen (Beide uitmuntende menschen, die ons de nuttige les aanbieden, dat men elken noodlijdenden, Jood of Christen, helpen moet.) 3. Robert. (De bekende, maar altijd aandoenlijke geschiedenis van den braven zoon, die het voorbeeld is van ouderliefde, en door den President van het Parlement te Bordeaux, Baron van montesquieu, zoo heerlijk als onverwacht beloond werd.) 4. Eduard heister; of: Eerlijk duurt het langst. (Deze spreuk wordt in deze geschiedenis treffend bevestigd.) 5. Kristoffel, of de beloonde Kinderliefde. (In denzelfden geest, schoon van

[p. 725]

eenen anderen aard, als No. 3.) 6. Emilia, of de Ontdekking ter regter tijd. (Dat de man, dien men haar toedacht, een deugniet was. Bij de opgave van den inhoud worden deze brieven niet aangemeld; zij zijn wél geschreven, maar behooren misschien hier niet, als zijnde voor wat oudere kinderen, dan het overige, meer geschikt.) 7. Melanth, of de ondankbare Gast. (Loon naar werk. Dit verhaal uit den ouden tijd is den meesten kleinen wel reeds bekend.) Wij stipten den inhoud aan, om de zedelijke strekking van ieder verhaal te doen opmerken, en voegen er de verzekering bij, dat dit boekje in een' goeden smaak, en naar de vatbaarheid en het gevoel van het kinderhart even zoo goed vertaald als geschreven is.