Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816

Dissertatio philologica de variis lectionibus Holmesianis locorum quorundam Pentateuchi Mosaici, auctore Jacobo Amersfoordt, S.S. Theol. Doct. Lugd. Bat. apud S. et J. Luchtmans. 1815. 4to. pag. XVI. et 229. f 2-16-:
Dat is:
Letterkundige Verhandeling over de verschillende lezingen in sommige plaatsen van de boeken van Mozes, volgens Holmes uitgave der oude Grieksche overzetting.

Het is den echten Vaderlandsminnaar zoo wel, als den waren beoefenaar der Letteren, ten hoogste aangenaam, wanneer hij op de vaderlandsche Hoogescholen zulke jongelingen zich vormen ziet, die metderdaad toonen, dat men veel goeds van hen te wachten heeft, en die dus op den regten weg zijn, om den luister van den vaderlandschen naam, in het vak der geleerde studien, te bevorderen, staande te houden en te vergrooten. Maar, bovenal, streelend is het denkbeeld: dat, terwijl ons vaderland aan de ijzeren banden van het knellend juk der Fransche overheersching gekluisterd lag, en toen alles scheen in 't werk gesteld te worden om den lust tot de gewijde en ongewijde letteren te verdooven en uit te blusschen; toen onze Hoogescholen, welke men de genade bewezen had van, onder welken titel dan ook, te blijven bestaan, jammerlijk misvormd werden; toen voor Hoogleeraren en Leerlingen alle aanmoedigingen schenen verdwenen te zijn: dat, in die rampzalige en voor de studien allerongunstigste tijden, de ijver der Hoogleeraren niet verflaauwde, en dat het aan geene jongelingen ontbroken heeft, die zich met de borst op

[p. 333]

de studien toeleiden; ja, dat er toen juist zulke gevormd werden, die uitstekend veel beloofden, en waarmede men zich, zelfs in de gunstigste tijdsomstandigheden, met alle reden, geluk zou gewenscht hebben. Onder die jonge lieden, die, in de dagen van verdrukking en ontmoediging, voorbereid werden, om, bij het glorievol herrijzen des vaderlands, deszelfs alouden roem in de letteren te helpen staven, en aan denzelven eenen nieuwen glans bij te zetten, behoort, buiten twijfel, de Schrijver van het werk, hetwelk wij thans voor ons hebben liggen. Na, op het Athenaeum van zijne geboortestad Amsterdam, drie jaren te hebben doorgebragt, is hij op de Leidsche Universiteit vijf jaren gebleven: en, op raad van den Hoogleeraar van voorst, nam hij, ter verkrijging van de Doctorale waardigheid in de Godgeleerdheid, de stoffe, uit welker bewerking die schoone en geleerde Verhandeling is voortgekomen. In dezelve willende handelen over de verschillende lezingen in sommige plaatsen der boeken van Mozes, volgens de uitgave der zoogenaamde 70 Grieksche overzetters van het O.V., door holmes in Engeland begonnen, geeft hij ons, na eene gepaste inleiding, eerst, een zeer oordeelkundig overzigt van hetgeen, betreffende de oude Grieksche overzetting, gedaan is, van de derde eeuw af vóór Christus geboorte, tot op de tijden van holmes in de achttiende eeuw, met eene opgave van het belang dezes werks voor de kritiek dezer overzetting. Daarop volgen eenige proeven van het verschillend nut dezer uitgave, vooral met opzigt tot Mozes boeken; en, eindelijk, een hoofdstuk over de verschillende lezingen der plaatsen, uit die boeken in het N.V. aangehaald.

Wij verheugen ons, dat in ons vaderland eene Verhandeling is uitgekomen, waaruit aan de buitenlanders blijken kan, dat de zoo belangrijke Kritiek van het O.V., waaraan nog zeer veel te doen is, bij ons in geenen deele over het hoofd wordt gezien; en dat, door deze Verhandeling, de Heer amersfoordt zich heeft

[p. 334]

doen kennen als een man, die zijne Leermeesters en zijn vaderland tot eer verstrekt. Wij wenschen de Verhandeling in handen van vele binnen- en buitenlanders, die op eene welingerigte Bijbelstudie den behoorlijken prijs weten te stellen: en, daar de jeugdige Schrijver, onlangs, tot eenen leerstoel is verheven, twijfelen wij niet, of hij zal, hierdoor, zich des te meer aangespoord gevoelen tot de bevordering der gewijde letterkunde, bijzonder van het O.V., welke toch het voornaamste en belangrijkste gedeelte uitmaakt van het Hoogleeraarsambt in de Oostersche talen, aan hem opgedragen.