Regering, uit leden van de onderscheidene Kerkgenootschappen zamengesteld, draagt zorg, dat niemand behoeft te bedelen, doet zulks met den meesten ijver, en getroost zich de daartoe noodige moeite. De vreemde bedelaar wordt geweerd; de doortrekkende ongelukkige krijgt, tot de naaste plaats, een' reispenning; en geen bedelaar wordt geduld. De stedelijke Regering houdt hier krachtdadig de hand aan. De schamele gemeente bevindt zich wél bij deze schikking; reeds is de betamelijke eerzucht opgewekt; en de goede burgerij, in den beginne eenigzins huiverig, ondersteunt zeer gaarne de heilzame Commissie. Reeds meer dan een jaar is deze maatregel met den besten uitslag beproefd. Men leze het kleine boekje zelve, en volge het goede voorbeeld overal!
Mogt men het zoo ver kunnen brengen, dat er in het geheel geene armoede meer geduld werd! Konden dan niet de wezenlijk behoeftigen bekend, en uit de voorhanden zijnde, voorheen rijke en nog niet onaanzienlijke, Fondsen geholpen worden? Kan de armoede niet worden voorgekomen, door het aanwijzen, of, waar dit noodig is, verzorgen van werk, en door het naauwkeurig toezigt, dat de jeugd tot werkzaamheid worde opgeleid? Kunnen tijdige, en dikwijls niet zeer groote, bijdragen niet een aantal huisgezinnen staande houden, waar, door toevallige omstandigheden, de armoede nog eerst dreigt? Hoe aanzienlijk zijn de liefdegaven, die ieder Kerkgenootschap inzamelt! en is het onmogelijk, den handwerksman, ja ook den gegoeden (die toch nooit weet, wat zijn lot worden kan) te noodzaken, dat hij van zijne dikwijls meer dan toereikende inkomsten een' spaar- of noodpenning in zeker Fonds oplegge, voor zijnen ouderdom of anderen kwaden dag? - Dat zich overal plaatselijke en gemeenschappelijk werkende Commissien vormden, uit iedere Gezindheid, en onder toezigt van een Bewind, dat in 's volks liefde en vertrouwen deelt! Wat men ook spreke van eens ieders bijzonder eigendom, en bijzondere verpligting jegens zijne zoogenoemde huisgenooten des geloofs, wij zien niet, dat eenige vroegere bestemming, voorschrist of gewoonte het geweten bezwaren kan, wanneer men weet, dat deze huisgenooten des geloofs, nevens andere, goed en naar behooren verzorgd zijn; en wij zien daarenboven het onmogelijke niet in, dat men zoodanige schikkingen beraamde, waardoor tevens dat bijzonder eigendom werd ontzien. - Onder het Fransch Be-