Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815

Anecdote voor schaatsrijders.

De beroemde göthe verhaalt, in zijne zeer belangrijke levensbeschrijving: Aus meinem Leben, Dichtung und Wahrheit, de volgende bijzonderheid.

Onder de vele beroemde mannen, die hem te Frankfort kwamen bezoeken, bevond zich ook klopstock. Zelden sprak deze van 't geen göthe verwacht en gewenscht had, - letterkundige onderwerpen namelijk. Maar zeer breed roerig onderhield hij zich met göthe, die, even als hij, een hartstogtelijk liefhebber van schaatsrijden was, over deze edele kunst, die hij grondig doordacht en van alle kanten beschouwd had. Hij gaf de voorkeur aan de Vriesche schaatsen, waarmede men het snelste weg kon, en hield ook niet van onze Hollandsche manier van sierlijk en kunstig te rijden. Göthe moest ook, op zijn aanzoek, zoo een paar vlakke schaatsen met lange punten koopen; en ik heb die, (zegt deze) hoewel met eenig ongemak, vele jaren lang gebruikt.

Ook van paardrijden naar de kunst sprak klopstock lang en gaarne, en schoof dus, als 't ware met opzet, alle gesprekken over de kunst, waarin hij zoo zeer uitmuntte,

[p. 705]

ter zijde. Het is een trek, dien men in de meeste groote mannen bespeurt, dat zij gezworene vijanden zijn van pedanterie, en uitkramen hunner kundigheden. Plato was eens, op de Olympische spelen, in het gezelschap eener eerlijke Atheensche familie gekomen, met welke hij terugreisde, zonder dat zij, vóór hij van haar afscheid nam, anders dan toevallig bespeurde, dat hij de groote wijsgeer van dien naam, of slechts in 't geheel een wijsgeer was.