Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 371]
| |
Anecdote, rakende den vermaarden heere Fox.In den jare 1780 stond de Heer fox naar de meerderheid van stemmen, om verkozen te worden tot Lid van het LagerhuisGa naar voetnoot(*). Volgens gewoonte nam hij plaats op de Tribune, langs welke de Kiezers, uit dit gedeelte der Stad Londen, wanneer zij hunne stem geven, voorbijgaan. Een van hen noemde hem bij zijnen naam, en de Kandidaat had het genoegen, zich te hooren toevoegen: ‘Mijnheer fox! ik geef u mijne stem; ik doe nog meer: ik maak u bekend, dat een vijftiental van mijne vrienden u insgelijks hunne stem zullen geven. Doch, eer wij verder gaan, moet ik u eene vraag doen.’ De Heer fox zich gebogen hebbende, ter aanduiding dat hij genegen was te antwoorden, voegde er de Kiezer nevens: ‘Gij weet, wat gij aan uwe Constituenten beloofd hebt? (eene buiging); indien gij het niet doet, en indien gij uwe aangegane verbindtenissen schendt, moet het u niet vreemd voorkomen, (en dit zeggende, zwaaide hij met een' dikken stok, onder het uitspreken van den geliefden eed der Engelschen: G.. d...!) dat overal, waar ik u zal ontmoeten, ik u daarmede dapper zal afrossen: maak daar staat op!’ Waarop de Heer fox antwoordde, met al de nederigheid en eerbied van eenen Kandidaat, die nog niet verkozen is, dat hij hoopte overeenkomstig zijne belofte zich te zullen gedragen, zoodat hij verwijtingen noch bestraffingen zou verdienen. Naauwelijks had de Heer fox dit gezegd, of de hoeden vlogen in de lucht, onder een algemeen luidruftig geschal: huzza! huzza! - Zoodanig is de plegtigheid, met welke, zegt de Schrijver van deze Anecdote, de Beschrevene Vaders van Engeland doorgaans verkozen worden. |
|