Hollandsche openbare soberheid.
De zwarigheden, door den Hertog van alva gemaakt, om Holland te overwinnen, toen men hem van sommigen hunner Heeren (Staten) vertelde, die hun middagmaal met zich voerden, en hetzelve, in het gras zittende, nuttigden, is welbekend; doch een ander blijk dier soberheid onder gene vroege Hollanders, die in menig geval de oppassing van bedienden gaarne ontbeerden, wordt dus verhaald: In 1653 werden twee Hollandsche Afgevaardigden naar Lubeck gezonden, om op het Congres, daar destijds gehouden, tegenwoordig te zijn. Bij derzelver aankomst, werd het arrivement dezer Ministers van hunne Hoogmogenden den overigen Afgevaardigden op de gewone wijze aangekondigd; doch die te gelijker tijd onderrigt werden, dat deze doorluchtige Heeren voor het oogenblik nog geene bijzondere bezoeken konden afwachten, daar zij eenigen tijd noodig hadden, om hunne vertrekken te stoffen en in orde te brengen!