Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 624]
| |
ze Leerredenen, waarvan de eerste in 's mans eigene, en de andere in eene naburige Landgemeente gehouden werd. Ps. XX:8, 9 gaf den oordeelkundigen Spreker, naar de behoefte van tijd en plaats, aanleiding tot eene korte, maar treffende aanwijzing, 1) dat onze vijanden zich gekromd hadden en gevallen zijn, maar wij, Nederlanders, gerezen zijn en staande gebleven; 2) dat het Godonteerend wezen zou, zoo als de loochenaars der Voorzienigheid, nu alleen te vermelden van wagens of van paarden; en 3) hoe de Christen hooger opziet, en voornamelijk de eer aan den Allerhoogsten geeft, zeggende: maar wij zullen vermelden van den naam des Heeren onzes Gods. Op eene even bevattelijke en doelmatige wijze wordt in de tweede Leerrede de tekst, Exod. XVII:15, nadat dezelve oordeelkundig was opgehelderd, aangewend, om te spreken, 1) over den tegenwoordigen oorlog, als met regt te vergelijken met dien, waarvan de tekst vermeldde; gelijk mede, 2) de ons nu geschonkene overwinning; en eindelijk, 3) dat wij die overwinning in de eerste plaats aan God moeten toeschrijven; waarom dan ook niets billijker is, dan hem daarvoor godsdienstig te vereeren. De loffelijke ijver van de Burgerij te Joure, zoo menschlievend gebleken in het dadelijk vervaardigen van eenen zeer aanzienlijken voorraad scheurlinnen en pluksel, wordt met regt, zoo in het Voorberigt als in de eerste Leerrede zelve, vermeld. En hoe overvloedig is bijna overal de Nederlandsche milddadigheid en dankbare menschenliefde zoo wel, als de Nederlandsche dapperheid gebleken! Wij hebben deze Leerredenen van vier onderscheidene Godsdienstleeraren gelijkelijk aangemeld, alzoo zij allen ten voordeele der gekwetsten gedrukt zijn, en wij hartelijk wenschen, dat een ruime aftrek de menschlievende bedoeling van derzelver Vervaardigers zal bekroonen, en zij deze, en ook overigens overvloedige, vruchten van hunne pogingen voor Vaderland en Godsdienst zullen inoogsten. |
|