het nu vooral de voorkeur, schoone Lezeressen! omdat gij u hier niet alleen met ééne belangrijke liefdesgeschiedenis, maar met een aantal, en in het bijzonder met vier voorname, welke u van den aanvang af tot de gelukkige huwelijken, het toppunt van alle de wenschen, de grootste deelneming zullen inboezemen, onschuldig en aangenaam, en leerzaam tevens, kunt bezig houden. Overigens vindt gij hier uitnemende, wel volgehoudene karakters, waartegen slechts weinige afzigtige afsteken, en bij de goede maar weinig overdrevens, maar weinig, dat niet navolgenswaardig is. Den edelen wenceslaus valk willen wij uitzonderen, die zeker een zonderling is, en zijne eigene wonderlijke kuren heeft; maar dat zal u niet hinderen; integendeel, wij beloven u vermaak bij zijne Ridderavonturen en Ridderkuren, uit den ouden tijd door hem opgezocht en nagevolgd, en wij wenschen ieder uwer eenmaal eenen echtgenoot van zijne mannelijke inborst, gezond verstand, voortreffelijk hart, en zijne groote geldmiddelen. Of wilt gij liever zelve kiezen? het is ons om 't even; dan een man als zijn vriend huber, of zijn Neef frans, of keller, de minnaar van zijne Nicht agnes; maar dan wenschen wij ook, dat gij moogt versierd zijn met alle die uitmuntende schoonheid van ligchaam en ziel, en alle die voortreffelijkheid van verstand en hart, en alle die uitnemende talenten, waarmede de Hemel die zelfde lieve agnes, 's mans zachte claudia, de moedige bertha en de heerlijke jacobina (wij zouden bijna zeggen met eene kwistige hand) heeft begaafd; en dan twijfelen wij geen oogenblik, of gij geniet zoodanig hoog en aandoenlijk aardsch geluk, als waarin wij wenschen, dat deze voortreffelijke, dierbare menschen zich nog lange zullen verblijden. Dan zal er ook, wenschen wij, een geslacht van heerlijke
menschen, uit u, en rondom u, ontluiken, en gij, gelijk de edele wenceslaus valk, ook in den hoogsten ouderdom, bijna dagelijks zeggen: ‘O goede God! het leven op aarde heeft zoo vele en zoo groote genoegens: kunnen er in uwen hemel nog grootere zijn?’
Wij moeten alleen hier nog bijvoegen, dat wij den aanvang van het derde deel bijzonder bevelen aan de aandacht van ieder, die zich met de opvoeding van een verwaarloosd jonkertje, of zoo eenen even verwaarloosden wilden jongen uit den burgerstand, bemoeijen moet, waartoe ieder wel even