gebruiken mogen) worden de landen opgenoemd, en de naast bijeenliggende, zoo als de Rijnoever en Holland, door Italië afgebroken. Duitschland en het Rijnverbond worden als eenzelvig beschouwd, (met uitzondering van Oostenrijk) en dus Pruissen ook tot het Rijnverbond gerekend, waartoe het nimmer behoord heeft. - De grenzen van Saxen (Saksen) worden ook niet naauwkeurig opgegeven; het grensde ten zuiden niet aan Wurtzburg, maar aan Beijeren (Baireuth), en ten zuidoosten (niet oosten) aan Boheme. Ook heeft het Groothertogdom Warschau nimmer tot Saksen behoord; hoewel de Koning van Saksen (in naam, en op een' zeer bepaalden voet) daarvan Groothertog was. De Wezer (bl. 45) maakte de oostergrenzen van het Ex-koningrijk Westfalen niet uit, maar vloeide er midden door heen. De Illyrische Provinciën (bl. 74) zijn niet in 1805 en 1811, maar (behalve Istrië en Dalmatië, die in 1805 afgestaan werden) in 1809 door Oostenrijk aan Frankrijk overgelaten. Voorts keuren wij het zeer goed, dat de Iönische Eilanden, waarmede men anders verlegen was, waar die te plaatsen, hier bij de Illyrische Provinciën gevoegd zijn, gelijk zij ook natuurlijk bij den Staat behooren, die deze gewesten bekomt, en buiten dezelve den sleutel tot de Adriatische Zee mist. - De andere werelddeelen zijn korter, en wat oppervlakkig behandeld. Men leest in Afrika nog van Ajan, Adel, Monomotapa, en zoo als die onbekende, en ten deele verdichte,
Koningrijken al meer mogen heeten, als hoofddeelen. Op bl. 101 lezen wij van de straat Davids, in plaats van Davis, en het meer Supirior (Superior) in plaats van het Opper-meer. In Zuid-Amerika zijn de Spaansche bezittingen in deze beschrijving door de Portugesche en andere (Brazilië en Guyana) afgebroken; hetwelk in eene Staatkundige Aardrijksbeschrijving verwarring moet baren.
In weerwil dezer aanmerkingen, die meestal slechts op kleinigheden vallen, die ligt te verhelpen zijn, en welke zich de Schrijver dus ten nutte kan maken, wanneer er, na den afloop van het Weener Congres, eene nieuwe, veranderde uitgave werd raadzaam gekeurd, hebben wij dit boekje, in de meeste daadzaken en opgaven, juist, klaar, beknopt en bondig gevonden. De getallen van de inwoners der steden zijn moeijelijk alle na te gaan, daar de telling in de onderscheidene landen zoo zeer uiteenloopt; nogtans komen ons