mer berekent, door Fransche ligtzinnigheid, en vatbaarheid voor allerlei verstandelijke en zedelijke ontaarding, over Europa gebragt, en thans wederom ziet, hoe Fransche legers bewerken, en heel Frankrijk gedoogt, dat het verworpen schrikgedrogt op nieuw zijnen magtigen schepter zwaaije, kan hem dezen ijver ten kwade duiden? Neen, Frankrijk helpe het monster weren, of het bezure deszelfs gruwzame vermetelheid! Op! op! wie iets vermag, door gansch Europa, om den peststroom niet slechts te stuiten, maar te dempen! De geschiedenis van verscheiden asgeloopen eenwen leert ons, wat de groote krijgshaftige Natie ons werelddeel al leeds berokkend heeft.
Mevrouw elter heeft de vooronderstelde fout van loots willen vermijden. Haar aanhef inzonderheid toont dit. Er is echter voor ons eenige duisterheid in denzelven. In allen gevalle is het ons menschen moeijelijk, personen en zaken, den zondaar en de zonde zoo geheel te scheiden, dat wij zelfs om napoleon's bekeering eerder en hartelijker zouden bidden, dan om zijne verdelging. Voor het overige ontbreekt het in dit vers noch aan schoone gedachten, noch aan verdienstelijke inkleeding, noch aan warme, vaderlandsche gevoelens. En, op nieuw juichende in den bloei van zoo veel goeds en schoons in deze, nu weer gezegende, oorden; en een blik werpende op de toekomst, nog onlangs geheel zonder nevelen, enkel bezwangerd met grootsche verwachtingen, - rijzen onze beden tot God en menschheid des te vuriger, om verpletting van den Draak.
Des Heeren swaan's dichtstukje is gansch niet zonder verdienste, en vooral is zijn aanhef, de uitboezeming van vreugde over den opgerigten troon, om de tegenstelling en het treffende van den overgang, allergelukkigst. Zijn toon zij overigens veel lager, dan die der eerstgenoemde Puikdichters, - al wederom eene verscheidenheid van gaven, berekend naar de onderscheiden behoeften en smaak der lezers. Wij prijzen 's mans ijver voor alle goede zaken ten hoogste. Streve hij door werkzaamheid tot volmaaktheid! en geniete daarvan de vruchten, in een beveiligd, versterkt, gezegend Vaderland!
Het is niet als bij afklimming van verdienste, dat wij den Heer van 's gravenweert achteraan plaatsen, maar om de weinige uitgebreidheid van het stukje, met een ander betrek-