Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814

Het Baniaansche hospitaal te Suratte.

(Uit Mr. forbes's Oriental Memoirs.)

Dit hospitaal (of zieken-gasthuis) is eene zeer merkwaardige instelling; het bestaat uit eene ruime plek gronds, door hooge wallen ingesloten, en is verdeeld in verscheidene afdeelingen of verblijven ter verzorging van ziekelijke dieren: dezelven worden opgepast met de uiterste zorg, en vinden eene vreedzame schuilplaats tegen de zwakheden van den ouderdom. Wanneer eenig dier een lid breekt, of anderzins onbekwaam gemaakt wordt om zijnen meester te dienen, zoo brengt deze het naar het gasthuis; en, onverschillig tot welke natie of kaste de eigenaar mag behooren, den patient wordt nimmer toegang geweigerd. Zoo hij herstelt, kan hij niet terug gevorderd worden, maar moet voor zijn leven in het hospitaal blijven, den pligt onderworpen om water te halen voor de kostgangers, door ouderdom of gebrekkelijkheid buiten staat gesteld het zichzelven te verschaffen. Bij mijn bezoek bevatte het gasthuis paarden, muilezels, ossen, schapen, geiten, apen,

[p. 559]

pluimgedierte, duiven, en eene verscheidenheid van vogelen; benevens eene bejaarde schildpad, die bekend stond daar vijfen-zeventig jaren geweest te zijn. Het zeldzaamst verblijf was dat, toegerust voor ratten, muizen en ander schadelijk ongedierte.

Deze zonderlinge inrigting bezit verscheiden beschenkingen, buiten de wallen, voor zoodanige zwakken en herstellenden, welken de weide en de landlucht mogen zijn aanbevolen, en bijzonderlijk voor het onderhoud van geiten, van de slagers gekocht op de verjaring van het Mahometaansche feest, wanneer zoo velen dezer dieren ter vernieling worden overgegeven.