De vaderlijke raad van David aan zijnen Zoon Salomo, en de wijze keus van Josua om den Heere te dienen, overwogen in twee Leerredenen, door E. Tinga, Theol. Doct. en Prof. en Akademieprediker te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. In gr. 8vo. 50 Bl. f :-8-:
Met de uitgave van deze Leerredenen des Hooggel. tinga ziet nu een zestal het licht; en vleijen wij ons, dezelve zullen ras, met eenigen nog vermeerderd, en tot een bekwaam boekdeel aangegroeid, van den waardigen Man zelven onder eenen algemeenen titel zamengevoegd, en voor de verstrooijing, doorgaans het lot van kleinere bundels, bewaard worden. Was het oudste tweetal zijner Leerredenen uitgesproken bij den aanvang der Akademische jaren in 1805 en 1806, de eerste, die wij hier ontmoeten, (over 1 Chron. XXVIII:9) is aan dezelfde plegtige gelegenheid, in 1810, haren oorsprong verschuldigd. Zij, echter, die den wijzen raad van eenen bejaarden Vorst, van David, aan zijnen Zoon en Troonsopvolger, aan Salomo, ten onderwerp heeft, is genoegzaam onderscheiden van de vorige, door een uitgebreider doel. De laatste, almede het woord van eenen vorstelijken man, van Josua, en zijne welberaden keuze behelzende, om met zijn huis den Heere te dienen, (Jos. XXIV:15b.) heeft uit dien hoofde, en wegens hare strekking, om het aanbelang van den Godsdienst, in onderscheidene betrekkingen, te doen uitkomen, zoo blijkbaar een verband met de andere, dat beiden ook, naar ons inzien, bekwamelijk in dit tweetal door tinga zijn zamengevoegd.
Met genoegen zien wij uit het kort Berigt aan den Lezer, dat deze Leerrede van den Hoogleeraar gedaan werd bij zijne vervulling van den 25 jarigen Predikdienst. Want, hoezeer hij in dezelve niets, daartoe betrekkelijk, heeft doen invloeijen, mogen wij niet af, zijn Hoogeerw. met