De Chinesche thee door Duitsche vervangen.
Men heeft over de Thee in den tegenwoordigen tijd zoo veel geschreven, dat men zeggen zou, er waren geene planten meer, die men niet, om als Thee te gebruiken, had aanbevolen. Juist omdat men zoo veel over de surrogaten van de Thee leest, en er vele onder zijn, die men toch nooit met eenig voordeel, of zonder de gezondheid te benadeelen, zoude kunnen gebruiken, denkt men zeer ligt, wanneer men er weder iets nieuws over leest, dat het niet der moeite waard zij, om te beproeven; waardoor dus vele inderdaad nuttige uitvindingen onbekend blijven. De volgende annonce echter, die ik vóór eenigen tijd in een zeer interessant Hoogduitsch Journaal (Magazin aller neuen Erfindungen, Entdeckungen und Verbesserungen für Fabrikanten, Manufackturisten, Künstler, Handwerker und Oekonomen, herausgegeben von Dr. s.f. hermbstädt &c.) gelezen heb, schijnt mij wel waardig te zijn, om er naauwkeurige proeven van te nemen. De vertaling daarvan is deze:
‘Al hetgeen in deze tijden dienen'kan, om de jaarlijksche uitgaven eener familie in iets te verminderen, verdient zonder twijfel bekend gemaakt te worden. De uitgave voor de Thee is zeer aanmerkelijk, daar het Theedrinken in sommige streken van Duitschland nog zeer in gebruik is, en er tot nog toe aanzienlijke sommen voor uit het land gezonden worden.
Wanneer men nu in Duitschland zelf een gewas had, hetwelk de Chinesche Thee volkomen evenaarde? Wanneer het vaderland een kruid voortbragt, dat niet alleen niet minder goed, maar zelfs beter ware, dan de zoogenaamde Theebou en groene Thee? En dit is inderdaad het geval. Maar, voordat ik dit voortreffelijk kruid beschrijve, moet ik bekennen, dat men de uitvinding van deze Duitsche Thee aan den verdienstelijken Beneficiaat schmidt, te Rosenhayn, in Beijeren, die zich met eene ongemeene vlijt op de Kruidkunde toelegt, waarin hij meer dan algemeene kundigheden bezit, te danken hebbe.
De Heer schmidt had de goedheid, mij een proefje van deze Thee mede te deelen; en allen, die dezelve, zoo wel