De schilder.
Hannibal caraccio bezat de zeldzame gaaf van met den eersten oogopslag de gedaante te vatten dergenen, die voor hem verschenen, en daarvan, met eenige craijon-trekken, de zoo volmaakte gelijkenis te geven, dat men ze niet kon miskennen. Op zekeren dag, benevens zijn' vader, op den openbaren weg bestolen zijnde, ging hij zijne klagte voor den regter brengen, die de dieven vatten deed op de portretten af, welke caraccio op staanden voet ontwierp.