van dat Repertoire Ecclésiastique, niet gebleken. Genoeg, de Lezer vindt hier een aantal bijzonderheden, welke zijnen weetlust genoegzaam zullen voldoen. Na een kort Voorberigt van den Hollandschen Verzamelaar volgt, zoo wij ons niet vergissen, de Opdragt, door den Heer rabaut voor zijn Repertoire geplaatst, waaruit blijkt, dat de Hervormde Gemeenten, vóór de herroeping van het Edict van Nantes, verdeeld waren in 16 Kerkelijke Provincien, ieder met eene Synode, en 61 Bedehuizen, beloopende het getal der Gemeenten op 806, door 641 Predikanten bediend; terwijl, volgens de nieuwe organisatie, 127 Consistoriale Kerken en 19 Bedehuizen bestaan voor de Geneefsche, door 600 Leeraars, en 63 voor de Augsburgsche Protestanten, door 521 Leeraars bediend. Bij dit getal valt, natuurlijkerwijze, in het oog het merkelijk grooter aantal van Leeraren bij de laatste, dan bij de eerste. De opheldering daaromtrent is te zoeken in het behoud van Leeraars en Kerkgebouwen, welk in de nieuwe Departementen, bij derzelver vereeniging met het oude Frankrijk, is vergund; terwijl in het laatste eene Consistoriale Kerk dikwerf slechts van hare 6 of 8 Leeraren, welken zij voormaals had, 2 of 3 behouden heeft, waarvan ieder soms 15 of 20 Gemeenten moet bedienen, en daarentegen de Leeraar eener Consistoriale Kerk van de nieuwe Departementen doorgaans 3, of 2, ja somtijds slechts 1 Gemeente bedient. - Deze Opdragt wordt gevolgd door eene Historische opgave van den staatkundigen, burgerlijken en godsdienstigen toestand der Hervormde Christenheid in Frankrijk, sedert het Edict van 1787 tot in 1807, welke om haren korten en echter veel bevattenden inhoud verdient gelezen te worden. - Hierna verschijnt de gansche Lijst der Consistoriale Kerken, departementsgewijze, volgens het alphabeth, voorgedragen, en behelzende eene korte geschiedenis van
elke Consistoriale Kerk, van haren eersten oorsprong, voor zoo ver die bekend is, tot op heden, van derzelver onderdeelen, bestuur, en van de vergaderplaatsen der Gemeenten, onder haar behoorende; eerstelijk van de Geneefsche Hervormden, in 240 bladzijden, en daarna van de Belijders der Augsburgsche Confessie, in 40 bladzijden, nadat ook omtrent de laatste een algemeen Berigt is vooraf gezonden. - Op deze voorafgaande bijzonderheden volgen