wat al te onwaarschijnlijk, nu en dan ook, daar wij meenden wat meer te zullen ontvangen, te spoedig afgekort, en dan is het ons weder te wijdloopig. Ook wordt de hartstogt wel eens overdreven. Met dat al, er komt zoo veel schoons en voortrefselijks, van onderscheiden aard, in voor, het boek geeft aanhoudend zoo veel genot, en zoo vele wenken tot nadenken, dat wij van den gegeven lof niets mogen terug nemen, en aan de volkomene toestemming der beminuaars van deze soort van geschriften, dat het werk met de overige van lafontaine wedijveren kan, (en dit is veel gezegd) geenszins twijfelen.
In de Romans van dezen Dichter is waarlijk veel, dat ook dán aanlokt en behaagt, wanneer men overigens van het lezen van Romans al oververzadigd is; de volgende proeve - en deze is niet uitgezocht; wij vonden weder vele zoodanige trekken - moge dit op nieuw bewijzen.
‘Ik heb hier in Lubek eens op eenen voormiddag een' oud, eerwaardig Predikant gehoord. Deze bewees met grooten ijver, dat de hand der Voorzienigheid voor den mensch zigtbaar moest zijn, tot troost van het arme leven. Des namiddags trad een jong man op denzelfden predikstoel op, en deze bewees aan zijne gemeente, dat de hand der Voorzienigheid de menschelijke lotgevallen kon regeren, maar dat zij volkomen onzigtbaar moest blijven, ten einde den moed en de zelfstandigheid des menschen te behouden.
Daar was iets belagchelijks in den voor- en namiddag, hetwelk ook van vele toehoorders opgemerkt werd. Ook had clementine het opgemerkt. Het had haar ontrust, dat twee brave mannen, zoo beroemd wegens hunne godsvrucht en wegens hunne kundigheden, op zulk eene handtastelijke tegenstrijdigheid betrapt konden worden.
Zie,’ zeide ik, ‘clementine; daar hebt gij nu geloof en ondervinding. Diep in het binnenste van onze ziel ligt eene andere wereld, over welke Gods hand