| |
| |
| |
VI. Register van de voornaamste zaken, die in het mengelwerk van dezem jaar gang verhandeld worden.
A.
Aanvang (Bij den) van het jaar 1811. (Dichtstuk.) |
Bladz. 46 |
Aarde, (De) als eene woonplaats voor levende wezens beschouwd, predikt gods heerlijkheid. |
337 |
Aardeling (Een vroeggestorvene) aan zijne nog sterfelijke Vrienden in de zigtbare wereld. |
625 |
Adem. (Stinkende) Middel daartegen. |
220 |
Antwoord (Gepast) van eenen Geneesheer. |
92 |
apelles. Een paar Anecdoten van denzelven. |
188 |
arlotto. (Aardige Zet van den Pastoor) |
670 |
Arts. (De Pligten van den) |
679 |
aurelius. (marcus) Lofrede op denzelven. |
23 |
| |
B.
balder. Deszelfs Dood en Uitvaart. |
520 |
Barnsteen-vernis. |
380 |
Besluit. (Twee Voorbeelden van een rasch en moedig) |
478 |
Bestaan, (Over het) de Onsterfelijkheid en het Wederzien. |
145 |
Blindgeborenen, (Over) die ziende geworden zijn. |
80 |
Braakwijnsteen. Voorstel, om denzelven ter inenting der Gonorrhea aan te wenden. |
301 |
Brieven. Op welken tijd van den dag niet te lezen. |
221 |
Brillen. Over derzelver misbruik, en het verkeerd denkbeeld aangaande de versterking derzelve voor het zwakke gezigt. |
211 |
Buiksverstopping. (Over eene buitengewone) |
209 |
| |
| |
Bijzonderheden, tot de Natuurlijke Historie der Katten behoorende. |
Bladz. 15 |
| |
C.
Cataract (Moet men de) niet opereren zoo lang de Lijder nog met het andere oog goed zien kan? |
693 |
chateauneuf; of de Eerlijke Man. |
671 |
Chemie. Derzelver Naams-oorsprong. |
547 |
chesterfield. Zie montesquieu. |
|
Civetkat. Natuurlijke Historie van dezelve. |
633 |
Conscriptie, (Berigt van de) of Volksligting, bij de Romeinen. |
636 |
Copal. Over de ontbindingen van hetzelve in zuiveren wijngeest. |
64 |
Cijfergetallen. (Oorsprong der gewone) |
568 |
| |
D.
Dankbaarheid. |
40 |
- van den Rijksgraaf van witstein, voormalig Hoofdman bij het Prager Akademische Lijf-Bataillon van Zijne Koninklijke Hoogheid den Aartshertog karel. |
231 |
david. Beschouwing van zijne vlugt tot en gedrag bij achis te Gath. |
481 |
Denkbeelden. Iets over derzelver zamenvoeging. |
561 |
Deugdlievende (Eene weldadige) op haar doodbed vertegenwoordigd. |
174 |
diderot. Anecdote van denzelven. |
285 |
dorantes. (De Historie van) |
610 |
Drakenbloed. (Over het) |
446 |
Drenkelingen. Iets over derzelver behandeling. |
352 |
Droes der Paarden. Een nieuw middel tegen denzelven. |
185 |
Dwaling en derzelver Bronnen. |
289 |
| |
E.
eduard bij het Ouderlijke Graf. (Dichtstuk.) |
334 |
Eerdienst. (De Christelijke) (Dichtstuk.) |
143 |
Eerzucht. |
358 |
Eiwit, (Gebruik van het) in plaats van dierlijke Gelei (Gelatin a), in tusschenpoozende Koortsen. |
300 |
| |
| |
| |
F.
felix d'azara. Berigt nopens denzelven. |
Bladz. 65 |
frederik de groote. Dubbelzinnige verwondering van denzelven. |
717 |
| |
G.
Galerij van Antiken en werken van Beeldhouwkunst, in Engeland. |
515 |
Geboorte-uur. (Aan het) (Dichtstuk.) |
236 |
Gebrek (Een) van vele Moeders bij de opvoeding harer kinderen. |
268 |
Gedachten. |
137, 180, 228, 280, 378, 422, 474 |
Geel. (Mineraal) |
269 |
Geheim. (Het) |
309 |
Geksteker (De) beschaamd door eenen Boer. |
575 |
Genootschap (Berigt wegens een geheim) in China. |
702 |
Geregtigheid (Voorbeeld van strenge) in het Oosten. |
423 |
Geregtshof (Het) der Geschiedenissen. |
142 |
Geschenken (Over de) aan Dienstboden. |
325 |
Gestalte? (Welke is 's Menschen meest natuurlijke) staan, zitten, liggen of gaan? |
595 |
Geval, (Een) waarin, na de Koepokken, het Roodvonk goedaardig was. |
544 |
Gewoonten, (Over eenige schadelijke) welke doorgaans omtrent Stervenden plaats hebben. |
656 |
Gezondheid (De) der Grijsaards. |
421 |
Gierigaard (Geen) leeft eerlijk. (Dichtstuk.) |
576 |
Godenleer. (Noordsche) Kort overzigt derzelve. |
461 |
Godsdienst. Zie Rede. |
|
Groen. (Brunswijker) |
220 |
| |
H.
Haat en Liefde op de wegen naar Wanhoop. |
529 |
Handel (Zonderlinge) in de Zeventiende Eeuw. |
426 |
Harp. (De) |
616 |
- - van AEolus. |
131 |
Hart, (Wat is een goed) en wat waarde heeft hetzelve, wanneer het niet met een verlicht verstand gepaard gaat? |
241 |
Hartzgebergte. (Nieuwe Reis naar het) |
364 |
| |
| |
Heilige, (De) of het Natuurlijk Wonder. |
Bladz. 607 |
Hemelvaart. (Bij jezus) (Dichtstuk.) |
286 |
Herfst. (Bij de nadering van den) (Dichtstuk.) |
623 |
Hol (Beschrijving van het) van Schertzveld. |
642 |
Hoop en Moed. |
566 |
horn's Aanmerkingen over de bijzondere eigenschappen der warme specerijachtig-geestige Kruiden-kussens op het hoofd, in plaatselijke aandoeningen der hersenen, uit zwakte voortkomende. |
587 |
Huisgezin. (Het Gelukkige) |
270 |
| |
I. J.
Instinkt. (Over het) |
552 |
Jicht (Middel tegen de) en het Podagra. |
300 |
| |
K.
Kaalkop. (De) |
622 |
Kerk. (Eene Papieren) |
524 |
Kinderziekte (De) en de Mazelen waren reeds bij de Ouden bekend. |
419 |
Kindje. (Het Moederlooze) (Dichtstuk.) |
383 |
Kleed (Maakt het) den Man? |
427 |
Koning (De) en zijn Vriend. |
26 |
Kortzigtigheid, ('s Menschen) en de Wijsheid der Goddelijke Voorzienigheid. |
668 |
Kruistogten (Over de) en derzelver invloed op de beschaving. |
404, 449 |
Krijgslist. (Zonderlinge) |
235 |
| |
L.
Leeuw. (Over den) |
593 |
Lente. (Bij de aanbrekende) (Dichtstuk.) |
190 |
Leven. (Aan het) (Dichtstuk.) |
718 |
- (De ware zucht voor het) |
49 |
Levensbijzonderheden (Merkwaardige) en Karakter van twee befaamde Roovers. |
570 |
Levensreis-les. (Dichtstuk.) |
672 |
liamande. (Een Vertelsel.) |
659, 705 |
Lieden (Wat de) zeggen. |
621 |
Liefde (De) is eene Ligchaamsziekte, en kan door Geneesmiddelen verdreven worden. |
279 |
| |
| |
Liefde. (Kinderlijke) Voorbeelden daarvan treft men ook onder de Wilden aan. |
Bladz. 140 |
Loterij. (De Zonderlinge) |
603 |
Lijken (Over de Behandeling der) bij verscheidene Volken. |
597 |
- (Behandeling der) in Spanje. |
704 |
| |
M.
Manier om velerlei soorten van Ink te bereiden. |
457 |
Mazelen. Zie Kinderziekte. |
|
Melk. Middel, om dezelve voor het zuurworden te bewaren. |
382 |
Menecrates. |
284 |
Menschen spreken, maar Vogels ook. |
92 |
- (Voorbeelden van) die willekeurig alle levensbewegingen konden doen ophouden. |
658 |
Menschenliefde en Dankbaarheid. |
185 |
Minnaar (De) van drie Zusters. |
234 |
mirza; of de betrachting van de gezellige pligten. |
222 |
Moed. Zie Hoop. |
|
Moederliefde (Voorbeeld van teederhartige) ook bij de Dieren. |
424 |
montesquieu en chesterfield. |
716 |
Moord. (Een ontdekte) |
328 |
Muskus. (Eigenschappen van den) |
590 |
| |
O.
Onsterfelijkheid. Zie Bestaan. |
|
- (Over de) der Ziel. |
1 |
- (Over den oorsprong van het geloof aan de) |
97 |
Oordeel. (Ongepast) |
383 |
Opgave van, in eenige Provincien des Russischen Rijks, met koepokstof ingeënte kinderen. |
380 |
Opvoeding. Over derzelver veelvermogende kracht, vooral in zaken van den Godsdienst. |
168 |
Overdenking (Eenzame) in eenen Zomernacht. |
433 |
| |
P.
Paauw. Natuurlijke Historie van denzelven. |
697 |
Perzianen. Derzelver wellevendheid. |
22 |
Podagra. Zie Jicht. |
|
Praalgraven der Turken. |
78 |
| |
| |
| |
R.
Rede en Godsdienst. |
Bladz. 513 |
Rijk. (Engelsche) Tegenwoordige bevolking van hetzelve. |
185 |
| |
S.
Scheiding. (Aan het uur der) (Dichtstuk.) |
479 |
Schellak. (Over het) en de bereiding van verscheidene soorten van Zegellak. |
123 |
Scheppings-geschiedenis. (Noordsche) |
415 |
Scherts. (De Ongelukkige) |
476 |
Schijn bedriegt; of de Zeilsteen. |
569 |
Spanjaards. (De morsige) |
79 |
Sterkte (Over de Natuurlijke) der Menschen en Paarden. |
399 |
Stoppen (Kurken) Derzelver bereiding. |
22 |
Sublimaatpillen. (Oplosbare) |
167 |
Suiker van Melk. |
130 |
| |
T.
Tandpijn. Middel daartegen. |
14 |
Tartaren en Turken. Hun Herders- en Krijgsleven. |
602 |
tavannes of de Dolkop. |
477 |
Tegengiften (Aanwijzing van de voornaamste) tegen verschillende soorten van Vergiften. |
108, 164 |
Tepels. (Balsem tegen zere) |
261 |
Tinea. (Middel tegen de) |
111 |
turenne. Eenige trekken uit het karakter van denzelven. |
87 |
Tijdverdrijven. (Iets over eenige) in Engeland. |
83 |
| |
U.
Uijen tegen eene moeijelijke Waterloozing aangeprezen. |
546 |
| |
V.
Vader. (De Toegevende) |
90 |
Vergadering, (Jaarlijksche) van de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. Na het bijwonen van dezelve, den 13 Augustus, 1811. (Dichtstuk.) |
527 |
Vergelijking tusschen alexander, hannibal, scipio en cesar. |
599 |
Verklaren. (Men moet zich maar duidelijk weten te) |
574 |
Verminkingen (Over opzettelijke of toevallige) aan het Dierlijk Ligchaam, die door den tijd erfelijk geworden zijn. |
262, 302 |
Vernis. (Over) |
518 |
| |
| |
Verscheidenheden (Iets over de) in gevoelen en gewaarwording onder verschillende geslachten van Menschen. |
Bladz. 698 |
Verzoening. (Aan de) (Dichtstuk.) |
429 |
Voedsel. (Aanprijzing van een onkostbaar) |
565 |
- (Over het beste) voor jonge kinderen. |
120 |
Voorval. (Treurig) |
283 |
Vriend, (Aan mijnen ouden) op zijnen zeventigsten verjaardag. |
385 |
Vruchtbaarheid. (Een zeldzaam voorbeeld van buïtengewone) |
428 |
Vrijen. (Zonderlinge Manier van) |
382 |
Vijt. Middel tegen dezelve. |
262 |
| |
W.
Waarnemingen over het nut van het welriekend Lisch in slepende ziekten. |
54 |
- - over de behandeling der Verbrandingen, benevens een nieuw middel om dezelve te genezen. |
443 |
Waarschuwing. (Eene te laat gedane) |
717 |
Wasdom (Waarnemingen van eenen ongemeenen) eens Kinds. |
327 |
Wederzien. (Over het) Zie Bestaan. |
|
Weegluizen. Beproefd middel tegen dezelve. |
598 |
Weit. (Iets over de Turksche) |
509 |
Winter. (Aan den) (Dichtstuk.) |
93 |
Wratten. Een nieuw zeker helpend Middel tegen dezelve. |
260 |
| |
Y.
IJsland. (Eenige Berigten uit) |
381 |
IJverzucht. (Hooge graad van) |
131 |
| |
Z.
Zegellak. (Bereiding van) Zie Schellak. |
|
Zwaluwen (De) onthouden zich in Zweden, gedurende den Winter, onder het ijs. |
400 |
Zwavelzuur. Deszelfs aanwending tegen de Schurft. |
210 |
Zwemmachine. (Nieuw uitgevondene) |
221 |
Zuur. (Hallersch) Dömlings aanprijzing van hetzelve in vele ongesteldheden, en vooral in bloedvloeijingen. |
504 |
|
|